Initiatiefwetvoorstel (28-10-2011) van de leden Spekman en Voordewind tot wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 houdende versterking van de positie van in Nederland gewortelde minderjarige vreemdelingen
—Het wetsvoorstel regelt dat aan personen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en die gedurende hun minderjarigheid in Nederland geworteld zijn geraakt in de Nederlandse samenleving, onder omstandigheden een verblijfsvergunning kan worden verleend.
Het wetsvoorstel stelt twee regimes in het leven. Het eerste regime ziet op vreemdelingen die deel uitmaken van een gezin in Nederland, het tweede op kinderen die als alleenstaande minderjarige vreemdeling kunnen worden aangemerkt. De eerste voorwaarde om in aanmerking te kunnen komen voor een verblijfsvergunning op grond van deze wet is een verblijf van minimaal acht jaar in Nederland gedurende de minderjarige leeftijd. Op de termijn van acht jaar maakt deze wet een uitzondering voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. Zij kunnen na een verblijf van vijf jaar gedurende de minderjarigheid in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Het kind moet om onder de werking van deze wet te vallen behoren tot een gezin waarvan tenminste één kind na binnenkomst in Nederland een asielaanvraag heeft gedaan, of een alleenstaande minderjarige vreemdeling zijn. Het verblijf van meer dan acht jaar moet mede zijn toe te rekenen aan de Nederlandse overheid. Het gezin, waartoe het kind behoort, mag zich gedurende het verblijf tijdens de minderjarigheid van het kind, niet aan het toezicht hebben onttrokken.