Wetsvoorstel (29-06-2022) houdende wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)
—Op 12 januari 2021 heeft de Eerste Kamer het voorstel van wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen aangenomen, waarna de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen deels in werking is getreden. Om pensioenuitvoerders de benodigde voorbereidingstijd te geven en deelnemers tijdig te kunnen informeren, wordt voorgesteld om het onderdeel bedrag ineens, inclusief de onderhavige herziening, op 1 juli 2023 in werking te laten treden.
Het wetsvoorstel voorziet in een oplossing voor de door de pensioenuitvoerders aangegeven uitvoeringstechnische bezwaren, waarbij de complexiteit voor de uitvoering en de uitvoeringskosten verminderen en tegelijkertijd de begrijpelijkheid voor de deelnemer verbetert.
Ten eerste voorziet het voorstel in het verkorten van de periode tussen de pensioeningangsdatum (het keuzemoment) en de uitgestelde uitbetaling, waarmee de kans wordt verkleind op tussentijdse gebeurtenissen in de privésfeer of ontwikkelingen van het pensioen die van invloed kunnen zijn op de hoogte van het ouderdomspensioen. Ten tweede voorziet het voorstel in een wijziging van de uitkeringsstroom en het uitbetalingsmoment.
Kamerstukken
- TK 2021/22, 36154, nr. 1
- TK 2021/22, 36154, nr. 2
- TK 2021/22, 36154, nr. 3
- TK 2021/22, 36154, nr. 4
- TK 2021/22, 36154, nr. 5
- TK 2022/23, 36154, nr. 6
- TK 2022/23, 36154, nr. 7
- TK 2022/23, 36154, nr. 8
- TK 2023/24, 36154, nr. 10
- TK 2024/25, 36154, nr. 20
- TK 2024/25, 36154, nr. 21
- EK 2022/23, 36154, nr. A
- EK 2023/24, 36154, nr. B
- EK 2024/25, 36154, nr. C
- EK 2024/25, 36154, nr. D
- EK 2024/25, 36154, nr. E
- EK 2024/25, 36154, nr. F
- EK 2024/25, 36154, nr. H