Voorstel van Rijkswet (21-6-2005) tot wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap tot beperking van meervoudige nationaliteit en tot invoering van het verlies van het Nederlanderschap wegens het toebrengen van ernstige schade aan de essentiële belangen van het Koninkrijk of van een of meer van zijn landen.

Het wetsvoorstel heeft twee componenten.

In de eerste plaats wordt beoogd door het opleggen van de afstandsverplichting aan bepaalde groepen naturalisandi, het huidig percentage van ca. 62% meervoudige nationaliteit bij naturalisaties omlaag te brengen. De wetswijziging zal voornamelijk betrekking hebben op de man of vrouw die met een Nederlander getrouwd is en de Nederlandse nationaliteit aanvraagt; hij of zij zal om Nederlander te kunnen worden afstand moeten doen van zijn/haar oorspronkelijke nationaliteit. Op die wijze wordt bevorderd dat binnen een gezin slechts één nationaliteit aanwezig is en daarmee dat de kinderen alleen nog de Nederlandse nationaliteit hebben. Ook betreft het vreemdelingen die geboren zijn in Nederland, op de Nederlandse Antillen of Aruba, daar tenminste vijf jaar tijdens hun minderjarigheid hoofdverblijf hebben gehad, en daar op het tijdstip van de naturalisatie hun hoofdverblijf hebben. Tot nu toe zijn deze personen vrijgesteld van de verplichting om afstand te doen van hun andere nationaliteit als zij tot Nederlander worden genaturaliseerd. Die vrijstelling zal dus worden beëindigd.

De afstandsverplichting hangt nauw samen met de per 1 april 2003 inwerking getreden verplichting voor personen die het Nederlanderschap willen verkrijgen, een naturalisatietoets af te leggen, met als doel betere integratie van vreemdelingen in Nederland aldus de toelichting. Vrijgesteld van de afstandsverplichting blijven de verzoekers die onderdaan zijn van een Staat die Partij is bij het op 2 februari 1993 te Straatsburg tot stand gekomen Tweede Protocol tot wijziging van het Verdrag betreffende de beperking van gevallen van meervoudige nationaliteit en betreffende militaire verplichtingen in geval van meervoudige nationaliteit (Trb. 1994, 265) en de in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba erkende vluchtelingen.

Verwacht wordt dat de wetswijziging het aantal dubbele nationaliteiten met ca. 14 % zal doen afnemen.

Daarnaast heeft het wetsvoorstel tot doel een bijdrage te leveren aan de terrorismebestrijding. Het zal mogelijk worden om het Nederlanderschap in te trekken van de persoon die ernstige schade toebrengt aan de essentiële belangen van de staat, waarbij in het bijzonder gedacht moet worden aan terroristische activiteiten. Het volkenrecht, en met name het Europees Nationaliteitsverdrag, staat intrekking van de nationaliteit in die gevallen toe, aldus de MvT. Tot nu toe was gedrag dat op aantasting van de essentiële belangen van de Staat gericht was, zó uitzonderlijk dat de wet daarmee geen rekening hield. Slechts indien sprake is van het zich vrijwillig in vreemde krijgsdienst begeven van een staat die betrokken is bij gevechtshandelingen tegen het Koninkrijk zelf of tegen een bondgenootschap waarvan het Koninkrijk lid is, heeft dat thans gevolgen voor het Nederlanderschap. Inmiddels moet worden aanvaard dat ook (andere) staatsvijandige activiteiten of gedragingen de essentiële belangen van de Staat zozeer kunnen aantasten, dat zulks gevolgen behoort te hebben voor het bezit van het Nederlanderschap, aldus de toelichting.

Kamerstukken: