Wetsvoorstel (25-03-2024) tot Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enige andere wetten in verband met de uitvoering van Verordening (EU) 2023/1113 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (Uitvoeringswet verordening bij geldovermakingen en overdrachten van cryptoactiva te voegen informatie)

—Dit wetsvoorstel strekt tot uitvoering van Verordening (EU) 2023/1113 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 (de vierde anti-witwasrichtlijn) (PbEU 2023, L 150). De verordening wordt op 30 december 2024 van toepassing, op dat moment dient ook de wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn in nationale wet- en regelgeving geïmplementeerd te zijn.

De belangrijkste onderdelen van dit wetsvoorstel betreffen wijzigingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Wwft), die voortvloeien uit de vierde anti-witwasrichtlijn. De reikwijdte van de Wwft wordt uitgebreid naar negen categorieën aanbieders van cryptoactivadiensten, waar dit er momenteel maar twee zijn, en er worden een aantal verscherpte onderzoeksmaatregelen geïntroduceerd in de Wwft die gelden voor aanbieders van cryptoactivadiensten. De aanbieders van cryptoactivadiensten die onder de reikwijdte van de Wwft komen te vallen, worden middels dit wetsvoorstel ook onder de Sanctiewet 1977 gebracht.

Verordening (EU) 2023/1113 vervangt Verordening (EU) 2015/847 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie die enkel van toepassing is op overmakingen van geldmiddelen, dat wil zeggen op bankbiljetten en munten, giraal geld en elektronisch geld. Het toepassingsgebied wordt met Verordening (EU) 2023/1113 aangepast waardoor deze ook ziet op informatie-uitwisseling bij de overdracht van cryptoactiva. De traceerbaarheid van overmakingen van geld en overdrachten van cryptoactiva is een bijzonder belangrijk hulpmiddel om het witwassen van geld en terrorismefinanciering te voorkomen, op te sporen en te onderzoeken. Daartoe is het noodzakelijk te voorzien in een systeem dat ook aanbieders van cryptoactivadiensten ertoe verplicht bij overdrachten van cryptoactiva informatie over de initiator en de begunstigde te voegen.

De verordening heeft directe werking. Desalniettemin is het noodzakelijk om de Nederlandse wetgeving op bepaalde punten aan te passen. Om uitvoering van de verordening mogelijk te maken worden bepaalde definities in de Wwft gewijzigd, worden de juiste verwijzingen naar de verordening opgenomen, wordt DNB aangewezen als toezichthouder voor (intermediaire) betalingsdienstaanbieders en AFM als toezichthouder voor (intermediaire) aanbieders van cryptoactivadiensten.

Tegelijk met deze verordening zal ook Verordening (EU) 2023/1114 van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten (MiCA) van toepassing worden die de uitgifte van cryptoactiva en het verlenen van cryptoactivadiensten in bredere zin reguleert, zie daarvoor NJB 2024/841. Hiermee komt er een nieuw stelsel voor cryptoactivadienstverleners, beide verordeningen dienen in samenhang te worden gelezen.

Vanwege de wijzigingen in de vierde anti-witwasrichtlijn, komen bijna alle aanbieders van cryptoactivadiensten die gereguleerd worden door MiCA binnen het bereik van de vierde anti-witwasrichtlijn te vallen. Het huidige nationale stelsel voor cryptoactivadienstverleners wordt vervangen door een omvattender Europees stelsel voor een bredere groep instellingen waarbij de markttoegang en governance worden gereguleerd middels de Wft, de Wet op het financieel toezicht – op basis van MiCA – en de materiële voorschriften ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme worden neergelegd in de Wwft – op basis van onderhavige verordening.

De vierde anti-witwasrichtlijn bevat twee kernverplichtingen ter voorkoming van het gebruik van het financieel stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme, te weten de verplichting om cliëntenonderzoek te verrichten en de verplichting om ongebruikelijke transacties te melden bij de Financiële inlichtingen eenheid (FIU). Op basis van de vierde anti-witwasrichtlijn gelden deze verplichtingen nu alleen voor twee categorieën cryptoactivadienstverleners, namelijk aanbieders van bewaarportemonnees en aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta (in regulier spraakgebruik zijn dit crypto activa) en fiduciaire valuta (in reguliere spraakgebruik zijn dit door de overheid uitgegeven valuta). Om bestaande mazen in het stelsel te dichten verandert de verordening de vierde anti-witwasrichtlijn waarmee alle categorieën aanbieders van cryptoactivadiensten die worden gereguleerd door MiCA, behalve de aanbieders die advies verlenen over cryptoactiva, onder het bereik komen van de vierde anti-witwasrichtlijn en daarmee dus cliëntenonderzoek moeten gaan doen en ongebruikelijke transacties moeten gaan melden.

De wijzigingen in de vierde anti-witwasrichtlijn introduceren daarnaast aanvullende onderzoeksmaatregelen voor aanbieders van cryptoactivadiensten. Deze zijn van toepassing wanneer aanbieders van cryptoactivadiensten een correspondentrelatie aangaan. Relaties tussen aanbieders van cryptoactivadiensten enerzijds en in derde landen gevestigde entiteiten anderzijds ten behoeve van overdrachten van cryptoactiva of het aanbieden van soortgelijke cryptoactivadiensten brengen verhoogde integriteitsrisico’s met zich mee. Daarom is de definitie van correspondentrelatie in de vierde anti-witwasrichtlijn aangepast, zodat ook betrekkingen die zijn aangegaan voor cryptoactivatransacties of overdrachten van cryptoactiva kwalificeren als correspondentrelatie. In het verlengde hiervan introduceert de vierde anti-witwasrichtlijn verscherpte onderzoeksmaatregelen indien aanbieders van cryptoactivadiensten een grensoverschrijdende correspondentrelatie aangaan. Tevens zijn er aanvullende onderzoeksmaatregelen wanneer er een overdracht plaatsvindt van een cryptoactiva naar of vanuit een zelfgehost adres. Zelfgehoste adressen zijn adressen die niet zijn gekoppeld aan een aanbieder van cryptoactivadiensten. Wanneer er een overdracht plaatsvindt van een cryptoactiva naar of vanuit een zelfgehost adres, gaat dit gepaard met potentieel hoge integriteitsrisico’s. Dit omdat niet altijd duidelijk is wie de eigenaar is van het adres.

Met dit wetsvoorstel worden deze verplichtingen en maatregelen neergelegd in de Wwft.

De Raad van State had geen opmerkingen bij het voorstel.

Kamerstukken