Wet van 12-10-2016, Stb. 2016, 428

Wet houdende goedkeuring van het op 15 februari 2016 te Pristina tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kosovo betreffende de vestiging van de Kosovo Relocated Specialist Judicial Institution in Nederland (Trb. 2016, nr. 27 en nr. 75)

—Nederland is in 2014 door de Europese Dienst voor Extern Optreden van de EU, namens de ‘Special Investigative Taskforce’ van de ‘European Union Rule of Law Mission’ in Kosovo, gevraagd naar de bereidheid om een speciale door Kosovo op te richten rechterlijke instantie in Nederland te faciliteren. Nederland heeft onder voorwaarden ingestemd met dit verzoek van de EU (Kamerstukken II 2015/16, 34 300, V, nr. 52). Bij wet van de Republiek Kosovo van 3 augustus 2015 zijn de zogenaamde ‘Speciale Kamers’ en ‘Speciale Aanklager’ ingesteld teneinde onafhankelijke, onpartijdige en efficiënte strafrechtelijke vervolging en berechting te verzekeren met betrekking tot beschuldigingen inzake ernstige grensoverschrijdende en internationale misdrijven die zouden zijn gepleegd tijdens en in de nadagen van het conflict in Kosovo (1998–2000).

Deze misdrijven worden genoemd in het rapport van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa van 7 januari 2011 (het zogenoemde ‘Marty-rapport’). De Speciale Kamers (‘Specialist Chambers’) betreffen een rechterlijk instituut dat uit verschillende ‘kamers’ bestaat die corresponderen met het Kosovaarse rechtssysteem. Zo is er een ‘Basic Court Chamber’, een ‘Court of Appeals Chamber’, een ‘Supreme Court Chamber’ en een ‘Constitutional Court Chamber’. Met uitzondering van de ‘Basic Court Chamber’, worden de andere kamers slechts actief wanneer een beroepszaak, of in het geval van het ‘Constitutional Court Chamber’, een vermeende schending van de Kosovaarse Grondwet, wordt aangebracht.

De Speciale Kamers hebben op grond van de Kosovaarse Instellingswet twee zetels: één in Kosovo (Pristina) en één buiten Kosovo, dat wil zeggen, na het sluiten van een zetelverdrag, in Nederland (Den Haag). De Speciale Aanklager zetelt slechts in Nederland, maar is bevoegd om onderzoek in Kosovo te verrichten. De president van de Speciale Kamers is op grond van de Kosovaarse Instellingswet geautoriseerd om een strafzaak, een onderdeel daarvan, als ook elk onderdeel van een strafrechtelijke procedure, van Kosovo naar Nederland verplaatsen. Het verzoek van de EU om de Speciale Kamers (mede) in Nederland te vestigen, komt voort uit het feit dat getuigen zich in Kosovo bedreigd kunnen voelen, waardoor zij zouden kunnen afzien van het afleggen van getuigenverklaringen. De vestiging van de Speciale Kamers is van tijdelijke aard. Zij zullen ophouden te functioneren wanneer de Europese Raad een besluit neemt dat de werkzaamheden zijn volbracht. Nederland heeft het verzoek van de EU welwillend bezien, omdat het vindt dat het Marty-rapport over de voornoemde misdrijven adequate opvolging verdient. Deze wet dient ter goedkeuring van het zetelverdrag. Op dezelfde dag is in het Staatsblad gepubliceerd de Uitvoeringswet Speciale Kamers Kosovo (zie Stb. 2016, 429).

Inwerkingtreding m.i.v. 18-11-2016


Kamerstukken