Rijkswet van 06-07-2016, Stb. 2016, 281 

Rijkswet houdende goedkeuring en uitvoering voor de wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73)

—Op 17 juli 1998 kwam te Rome tot stand het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2000, 120). Bij dit verdrag is het Internationaal Strafhof in het leven geroepen dat bevoegd is rechtsmacht uit te oefenen over personen terzake van de meest ernstige internationale misdrijven. Het Statuut is bij rijkswet goedgekeurd voor het gehele Koninkrijk (zie Stb. 2001, 343en is op 1 juli 2002 voor het gehele Koninkrijk in werking getreden. In juni 2010 vond te Kampala een Herzieningsconferentie van het Statuut plaats. In deze conferentie werden enkele wijzigingen voor het Statuut aangenomen.

Op 10 juni 2010 aanvaardde de Herzieningsconferentie bij consensus de wijziging met betrekking tot de definitie van oorlogsmisdrijven in het Statuut. Het gaat om een uitbreiding van de definitie van oorlogsmisdrijven ingeval van niet-internationaal gewapend conflict. Drie nieuwe handelingen worden toegevoegd aan artikel 8, tweede lid, onder e, van het Statuut. Dit onderdeel betreft ‘ernstige schendingen van de wetten en gebruiken die gelden ingeval van gewapende conflicten die niet internationaal van aard zijn, binnen het gevestigde kader van internationaal recht’, waarna een limitatieve opsomming van handelingen volgt. Aan die opsomming worden drie handelingen toegevoegd, te weten:

  1. gebruik van gif of giftige wapens (onderdeel xiii);
  2. gebruik van verstikkende, giftige of andere gassen en overige soortgelijke vloeistoffen, materialen of apparaten (onderdeel xiv); en
  3. gebruik van kogels die in het menselijk lichaam gemakkelijk in omvang toenemen of platter en breder worden, zoals kogels met een harde mantel die de kern gedeeltelijk onbedekt laat of voorzien is van inkepingen (onderdeel xv).

Op 11 juni 2010 aanvaardde de Herzieningsconferentie een pakket wijzigingen op het Statuut inzake het misdrijf agressie. Het gaat hierbij met name om toevoeging van de artikelen 8 bis, 15 bis en 15 ter aan het Statuut. In artikel 8 bis wordt het misdrijf agressie gedefinieerd. De definitie van het misdrijf agressie bestaat uit vier delen:

  • (i) Daad: het plannen, voorbereiden, in gang zetten of uitvoeren van een daad van agressie (eerste lid).
  • (ii) Dader: een persoon die in de positie verkeert daadwerkelijk controle uit te oefenen over of leiding te geven aan het politieke of militaire optreden van een staat.
  • (iii) Daad van agressie: het gebruik van wapengeweld door een staat tegen de soevereiniteit, territoriale integriteit of politieke onafhankelijkheid van een andere staat, of op enige andere wijze die onverenigbaar is met het Handvest van de Verenigde Naties.
  • (iv) Drempel: de daad van agressie moet door zijn aard, ernst en schaal een onmiskenbare schending vormen van het Handvest van de Verenigde Naties.

De artikelen 15 bis en 15 ter betreffen voorwaarden voor de uitoefening van rechtsmacht over dit misdrijf. Artikel 15 bis doet dit voor gevallen waarin een situatie door een staat die partij is bij het Statuut bij de Aanklager wordt aangegeven (State referral) en voor gevallen waarin de Aanklager uit eigen beweging een onderzoek opent (proprio motu). 

De uitvoeringswet bevat een bepaling ten aanzien van het misdrijf agressie. Deze bepaling zal echter pas in werking treden op het moment dat het Internationaal Strafhof rechtsmacht voor dit misdrijf heeft (i.e. niet voor 2017).


Inwerkingtreding

Artikel 1 van deze wet treedt in werking met ingang van 16-07-2016 en artikel 2 treedt in werking op een bij kb te bepalen tijdstip. 

Inwerkingtredingsbesluit van 29-05-2018, Stb. 2018, 164

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2 van de Rijkswet van 6 juli 2016, houdende goedkeuring en uitvoering voor de wetgeving op Koninkrijksniveau van de op 10 en 11 juni 2010 te Kampala aanvaarde wijzigingen van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof (Trb. 2011, 73) (Stb. 2016, 281)

—Artikel 2 van de Rijkswet treedt in werking met ingang van 01-08-2018. 


Kamerstukken

R2024