Wet van 19-06-2014, Stb. 2014, 225
Wet tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de wettelijke regeling van de centrale verwerking Openbaar Ministerie
—Deze wet kent de centrale verwerking openbaar ministerie (CVOM) een wettelijke status als onderdeel van het openbaar ministerie toe. De aard van de zaken die de CVOM behandelt, gecombineerd met de ingewikkelde constructies op grond waarvan de CVOM deze zaken ten behoeve van alle arrondissementsparketten thans als dienstonderdeel van het College van procureurs-generaal behandelt, maakt dit wenselijk. De CVOM is in 2005 ontstaan als een landelijke serviceorganisatie ter ondersteuning van de arrondissementsparketten bij de verwerking van zogeheten standaardzaken.
De ontwikkeling die de CVOM in de afgelopen jaren heeft doorgemaakt, maakt wettelijke positionering van de CVOM wenselijk. Het gaat hierbij vooral om de verandering in de aard van de zaakstromen en de positionering van de verantwoordelijkheid voor de centrale sturing op de zaakstromen (een nieuwe taak voor de CVOM vormt onder meer het traject Zo Snel, Slim, Selectief, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk (ZSM)). Als gevolg van de ontwikkeling van de CVOM tot een organisatieonderdeel met een duidelijke eigen taak, die deels moet worden uitgevoerd door officieren van justitie, in alle arrondissementen, voldoet de huidige positie als dienstonderdeel van het parket-generaal niet meer. Door een afzonderlijke wettelijke positionering van de CVOM, kan de CVOM zelf de verantwoordelijkheid nemen voor het afdoen van zaakstromen, in plaats van voor de arrondissementsparketten zaakstromen af te doen. Ook het feit dat er door wettelijke positionering een vermindering van werklast in het kader van de mandaatregelingen zal zijn, het aantal detacheringen zal worden teruggedrongen en de CVOM zelf officieren van justitie en juristen kan aanstellen, maakt het wenselijk om de CVOM als afzonderlijk onderdeel van het Om in de wet te positioneren.
Inwerkingtreding
Besluit van 08-09-2014, Stb. 2014, 326
Besluit houdende wijziging van het Besluit OM-afdoening, het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Kostuum- en titulatuurbesluit rechterlijke organisatie in verband met de wettelijke verankering van de centrale verwerking openbaar ministerie en tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 19 juni 2014 tot wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de wettelijke regeling van de centrale verwerking openbaar ministerie
—De wet treedt in werking m.i.v. 1 januari 2015.