Wet van 03-07-2013, Stb. 2013, 315
Wet houdende nieuwe regels voor een basisregistratie personen
—Deze wet vervangt Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. De wet moet meer ruimte bieden om rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen en leiden tot een modernisering van de registratie. Met de deze wet worden ook verschillende andere wetten gewijzigd door middel van de Aanpassingswet basisregistratie personen. Het gaart daarbij om terminologische wijzigingen.
Een aanzienlijk deel van de bepalingen uit de Wet GBA is ongewijzigd overgenomen in het wetsvoorstel. Ook de indeling van het wetsvoorstel komt grotendeels overeen met de bestaande wet. Aanleiding voor het wetsvoorstel zijn onder andere technische ontwikkelingen die een modernisering van de wetgeving wenselijk maken. In het wetsvoorstel is het aantal artikelen over de technische en administratieve inrichting van de basisregistratie ten opzichte van de Wet GBA aanzienlijke teruggebracht. Er kan daardoor sneller worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen. De nieuwe architectuur van de basisregistratie wordt gevormd door gemeentelijke en centrale voorzieningen. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de gemeentelijke voorziening ten behoeve van het bijhouden van persoonsgegevens over de ingezetenen van zijn gemeente. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de centrale voorzieningen. Tussen deze voorzieningen moet informatieuitwisseling plaatsvinden.
Daarnaast wordt de basisregistratie uitgebreid met gegevens van nietingezetenen (personen die niet in Nederland verblijven. De basisregistratie bevat alleen gegevens over niet-ingezetenen voor zover de wet daarin voorziet. Het gaat voornamelijk om gegevens van mensen die zijn geëmigreerd. Reden voor deze registratie is dat de gegevens gemakkelijker dan voorheen kunnen worden verstrekt aan verschillende overheidsorganen. Tot nu toe legden verschillende bestuursorganen zelf gegevens vast.
Verder zien een aantal maatregelen op de verbetering van de kwaliteit van de basisregistratie. Op dit moment vindt drie jaarlijks een controle plaats van het GBA. In het nieuwe systeem voert de minister regelmatig controles uit op de gegevens die in de centrale voorziening zijn opgeslagen. Burgemeester en wethouders worden verplicht om periodiek onderzoek te doen naar de inrichting, werking en beveiliging van de gemeentelijke voorziening en naar de juistheid van de gegevensverwerking. Burgemeester en wethouders krijgen bovendien de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen als een ingezetene geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn voor de basisregistratie.
Een nota van wijziging (nr. 9) strekt ertoe dat de registratie van gegevens over de vreemde nationaliteit(en) van een ingeschrevene in de basisregistratie personen (Brp) achterwege blijft, indien over de betrokken persoon gegevens over diens Nederlandse nationaliteit zijn opgenomen. Dat geldt zowel voor nieuwe inschrijvingen in de Brp als voor bestaande registraties die nog onder de Wet GBA hebben plaatsgevonden. In een andere nota van wijziging (nr. 11) wordt onder andere de registratie van de verkrijging van het Nederlanderschap door naturalisatie geregeld. Ook wordt in deze nota de overgang van het GBA-stelsel naar het Brp-stelsel geregeld. Deze overgang vindt gefaseerd plaats. Een amendement van het lid Oosenburg beperkt de mogelijkheid om namens een ander op hetzelfde woonadres aangifte te doen van vertrek. Dit moet bijdragen aan het tegengaan van gedwongen uithuwelijking of achterlating in landen van herkomst.
Inwerkingtredingsbesluit
Inwerkingtredingsbesluit van 28-11-2013, Stb. 2013, 494
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet basisregistratie personen (Stb. 2013, 315) en het Besluit basisregistratie personen (Stb. 2013, 493)
—De Wet basisregistratie personen treedt in werking met ingang van 6 januari 2014. Het Besluit basisregistratie personen treedt in werking met ingang van 6 januari 2014, met uitzondering van artikel 31, onderdelen b, c, d en e. Inwerkingtreding met ingang van 1 januari zou tot problemen leiden voor de bij de uitvoering betrokken gemeenten en uitvoeringsorganisaties. De in dit besluit opgenomen datum van inwerkingtreding is in overleg met hen bepaald.
Kamerstukken
- TK 2011/12, 33 219, nr. 1
- TK 2011/12, 33 219, nr. 2
- TK 2011/12, 33 219, nr. 3
- TK 2011/12, 33 219, nr. 4
- TK 2012/13, 33 219, nr. 6
- TK 2012/13, 33 219, nr. 7
- TK 2012/13, 33 219, nr. 8
- TK 2012/13, 33 219, nr. 9
- TK 2012/13, 33 219, nr. 10
- TK 2012/13, 33 219, nr. 11
- TK 2012/13, 33 219, nr. 12
- TK 2012/13, 33 219, nr. 27
- EK 2012/13, 33 219, nr. A
- EK 2012/13, 33 219, nr. B
- EK 2012/13, 33 219, nr. C
- EK 2012/13, 33 219, nr. D