Wet van 22-12-2021, Stb. 2021, 649
Wet tot wijziging van de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen (Stb. 2021, 425) (laten vervallen verruiming mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten)
—Deze wet ziet op het ongedaan maken van de verruiming van de mogelijkheden voor reguliere tijdelijke verhuur. Met de verruiming was op 10 maart 2021 door de Tweede Kamer ingestemd bij de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging Woningwet naar aanleiding van de evaluatie (Evaluatiewet Woningwet). De verruiming regelt allereerst dat de maximale duur om zelfstandige woonruimte tijdelijk te kunnen verhuren met één jaar wordt verlengd tot maximaal drie jaar. Daarnaast is het sinds de verruiming mogelijk om een tijdelijk huurcontract (maximaal) één keer te verlengen, zonder dat daarbij een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat, waarbij de (totale) maximumtermijn tevens drie jaar dient te zijn. Voor de verhuur van onzelfstandige woonruimte geldt dat de huidige maximumtermijn van vijf jaar ongewijzigd blijft. Wel is het door de verruiming ook hier mogelijk om maximaal één keer een verlenging overeen te komen, met dien verstande dat het totaal van de termijnen de vijf jaar niet overschrijdt. De verruiming regelt ook dat er een minimumduur in contracten kan worden opgenomen waarbinnen de huurder niet kan opzeggen. De onderhavige wet maakt de verruiming op al deze punten ongedaan. Tijdens de plenaire behandeling op 6 juli 2021 van de Evaluatiewet Woningwet in de Eerste Kamer is gebleken dat er bij de leden van de Eerste Kamer breed gedeelde bezwaren bestaan tegen de verruiming van de mogelijkheden voor tijdelijke verhuur, maar dat de overige onderdelen van het wetsvoorstel wel op haar steun kunnen rekenen. Teneinde te bereiken dat het wetsvoorstel toch zou worden aangenomen door de Eerste Kamer en, zoals beoogd, per 1 januari 2022 in werking zou kunnen treden, heeft de Minister van BZK toegezegd zo snel als mogelijk met een reparatiewet te komen. Daaraan wordt met deze wet invulling gegeven door voornoemde verruiming van de mogelijkheden tot tijdelijke verhuur terug te draaien.
Inwerkingtreding met ingang van 27-12-2021.