Wet van 19-04-2023, Stb. 2023, 164

Wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen

—Met deze wet wordt de publieke aanpak van de versterking van gebouwen wettelijk verankerd, in het verlengde van het wettelijk regelen van de afhandeling van schade door bodembeweging als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg door de overheid, en krijgt de risicogerichte aanpak een wettelijke basis. Het doel is het bereiken van veilige gebouwen in Groningen. Daartoe biedt de wet een publieke regeling voor het versterkingsproces voor de gebouwen in Groningen. De rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen, waaronder gemeenten, worden vastgelegd en de positie van de eigenaar wordt verbeterd. Tevens worden er mogelijkheden geboden om de uitvoering te versnellen.

Gebouwen komen in aanmerking voor versterkingsmaatregelen indien zij niet aan de veiligheidsnorm voldoen. Om te bepalen of een gebouw veilig is, wordt de zogeheten Meijdamnorm gehanteerd. Deze veiligheidsnorm beschrijft de maximaal aanvaardbare kans dat een individu overlijdt in of bij een gebouw door een aardbeving en is gesteld op een kans van 1 op de 100.000 per jaar.

Om de eigenaar een sterke positie en regie te geven in het versterkingsproces, biedt de wet:

  • een transparant en navolgbaar versterkingsproces;
  • de eigenaar, wiens gebouw voor versterking in aanmerking komt, de mogelijkheid om te bepalen of en hoe zijn gebouw wordt versterkt;
  • een eigenaar de mogelijkheid om eigen wensen mee te nemen bij de versterking van een gebouw;
  • laagdrempelige rechtsbescherming;
  • één centraal aanspreekpunt voor ondersteuning vanaf het begin van het versterkingsproces tot en met de nazorg na oplevering;
  • een mogelijkheid tot opname op verzoek;
  • een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling;
  • mogelijkheden tot versnelling van de uitvoering;
  • mogelijkheid tot het in eigen beheer uitvoeren van versterkingsmaatregelen;
  • de grondslag dat gedupeerden zo nodig juridische en bouwkundige bijstand dan wel financieel advies kunnen krijgen. Een gedupeerde hoeft geen geld voor te schieten.

De wet biedt na amendering ook de mogelijkheid dat de Minister van BZK de schade die een gebruiker, niet zijnde de eigenaar, heeft ten gevolge van de voorbereiding en uitvoering van de versterkingsmaatregelen, rechtstreeks kan vergoeden aan de gebruiker.

De wet heeft betrekking op gebouwen in de Groningse gemeenten waar veiligheidsrisico’s bestaan vanwege aardbevingen als gevolg van de gaswinning. Dit zijn in beginsel de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Groningen, Het Hogeland, Loppersum, Midden-Groningen en Oldambt, maar de wet sluit toepassing in andere gemeenten niet uit.

De wet is een aanvulling op de Tijdelijke wet Groningen (TwG) waarin de publiekrechtelijke schadeafhandeling door de overheid is beschreven.

De bij schadeafhandeling en versterking betrokken organisaties, te weten het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) (voorheen de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen, TCMG) en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), hebben met elkaar afspraken gemaakt over het in samenhang oppakken van beide werkzaamheden, daar waar dat noodzakelijk is en gewenst door de eigenaar. De samenwerkingsafspraken zijn in een convenant tussen de NCG en het IMG vastgelegd, waarmee het eigenaren helder wordt wat ze mogen verwachten ten aanzien van samenloop schade en versterking en alle stappen in het proces. In de wet is een grondslag opgenomen die de mogelijkheid biedt om in een ministeriële regeling regels op te nemen over de manier waarop de NCG en het IMG de uitvoering van de versterkingsopgave en de afhandeling van schade door bodembeweging als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg op elkaar afstemmen. Verder biedt de wet een grondslag waarmee beide organisaties onderling gegevens uit kunnen wisselen om zo de schadeafhandeling en de versterking op elkaar af te stemmen.

De Minister van EZK blijft verantwoordelijk voor de normstelling ten aanzien van de veiligheid in het kader van de gaswinning in het Groningerveld. De verantwoordelijkheid voor de versterkingsoperatie van gebouwen in Groningen die als gevolg van de bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg noodzakelijk is, ligt bij de Minister van BZK. Gezamenlijk hebben de ministers de verantwoordelijkheid om te voorkomen dat als gevolg van de gaswinning uit het Groningenveld de veiligheid wordt geschaad. Om de eigenaren, de gemeenten en het Rijk te ondersteunen bij de versterkingsoperatie, en om de daadwerkelijke versterkingsmaatregelen uit te voeren, is de NCG (onder BZK vallend) omgevormd tot een uitvoeringsorganisatie.

De NCG beoordeelt welke gebouwen versterkt moeten worden en stelt namens de Minister van BZK de risicoprofielen vast, doet onderzoek naar de individuele veiligheidssituatie van een gebouw en besluit vervolgens of een gebouw voldoet aan de wettelijke veiligheidsnorm. Indien dit niet het geval is, volgt uit de beoordeling welk soort maatregelen nodig is om te voldoen aan de veiligheidsnorm. Hierbij hoort ook de aanspraak van de eigenaar op vergoeding van de kosten voor de uitvoering van deze versterkingsmaatregelen. De NCG bereidt in samenspraak met de eigenaar van het gebouw het versterkingsbesluit voor. In dit versterkingsbesluit worden de concrete versterkingsmaatregelen vastgelegd. De NCG is daarna, indien de eigenaar daarvoor kiest, verantwoordelijk voor de uitvoering van de versterkingsmaatregelen. Bij de uitvoering van de versterkingsmaatregelen is, indien de eigenaar dit wenst, het bijstaan van de eigenaar van essentieel belang. Indien er samenloop met de schadeoperatie bestaat, kunnen ook afspraken worden gemaakt met het IMG.

Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 07-06-2023, Stb. 2023, 205

Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 19 april 2023 tot ­wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (novelle verbetering uitvoerbaarheid) (Stb. 2023, 165) en de Wet van 19 april 2023 tot wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen (Stb. 2023, 164)

—De novelle en de wet treden in werking met ingang van 01-07-2023, met uitzondering van enkele onderdelen. Ook wordt aan enkele artikelen terugwerkende kracht toegekend, zoals aan de uitsluiting van de Nederlandse Aardolie Maatschappij N.V. (NAM) als belanghebbende. Hiermee wordt onder meer voorkomen dat de suggestie ontstaat dat de NAM tot de inwerkingtreding van de wet versterken wél als belanghebbende bij de schadevergoedingsbesluiten zou moeten worden gezien. Artikel 13l dat ziet op coördinatie van de besluitvorming over het versterkingsbesluit met onder andere omgevingsvergunningen op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht treedt nog niet in werking omdat deze nog enige wijziging door een nieuw wetsvoorstel vergt.

Kamerstukken