Wet van 10-07-2013, Stb. 2013, 302
Wet tot wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen
—Deze wet bevat maatregelen gericht op versterking van deskundigheid en het intern toezicht en op een adequate vertegenwoordiging van alle risicodragers binnen de organisatie van het pensioenfonds. Verder worden taken en organen gestroomlijnd. Bedrijfstakpensioenfondsen worden verplicht om een permanente raad van toezicht in te stellen (tenzij zij volledig zijn verzekerd bij een verzekeraar; in dat geval kan het intern toezicht ook worden uitgeoefend door een visitatiecommissie). Ondernemingspensioenfondsen hebben de keuze tussen een raad van toezicht en een visitatiecommissie. Het intern toezicht bij een pensioenfonds met een gemengd bestuur wordt uitgeoefend door de niet uitvoerende bestuurders. Er komt een wettelijke verplichting voor de raad van toezicht om disfunctioneren van het bestuur van het pensioenfonds te melden aan De Nederlandsche Bank N.V.
Verder kunnen pensioenfondsen kiezen tussen drie bestuursmodellen: een paritair, een onafhankelijk of een gemengd bestuur. Alle partijen die risico dragen bij een pensioenregeling zijn vertegenwoordigd in alle bestuursmodellen. Dat geldt voor de werkgevers, de werknemers en de pensioengerechtigden. Er worden drie vormen van gemengd bestuur onderscheiden: het paritair, onafhankelijk of omgekeerd gemengd bestuur. In het paritair model kan het bestuur maximaal twee externe deskundigen toevoegen aan het huidige paritaire model. Dit versterkt de deskundigheid. In een onafhankelijk bestuursmodel wordt het fonds bestuurd door externe bestuurders. In dit model zijn werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigd in het belanghebbendenorgaan. Zij hebben advies- en instemmingsbevoegdheden. In een gemengd bestuursmodel zijn de uitvoerende en toezichthoudende bestuursleden vertegenwoordigd in het bestuur. Er hoeft dan geen apart intern toezichtsorgaan te worden ingesteld. Het bestuur kan kiezen tussen drie varianten:
- Paritair gemengd model: de uitvoerende bestuurders zijn de bestuursleden namens de werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden, de niet-uitvoerende (toezichthoudende) bestuursleden zijn externen.
- Omgekeerd gemengd paritair bestuur: de uitvoerende bestuurders zijn externen, de niet-uitvoerende (toezichthoudende) bestuursleden zijn de bestuursleden namens de werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden.
- Onafhankelijk gemengd bestuur: zowel de uitvoerende als de niet-uitvoerende bestuursleden bestaan uit externen. Werkgevers, werknemers en pensioengerechtigden zijn in dit model vertegenwoordigd in het belanghebbendenorgaan.
Een pensioenfonds met een paritair of een paritair gemengd of omgekeerd gemengd bestuur dient een verantwoordingsorgaan in te stellen waarin de deelnemers en de pensioengerechtigden evenredig zijn vertegenwoordigd. Werkgevers kunnen ook vertegenwoordigd zijn in het verantwoordingsorgaan. Een pensioenfonds met een onafhankelijk bestuur of een onafhankelijk gemengd bestuur dient een belanghebbendenorgaan in te stellen. Het verantwoordingsorgaan krijgt een aantal advies- en beroepsrechten bij essentiële besluiten van het fonds, zoals een besluit inzake de liquidatie van het fonds. Het belanghebbendenorgaan krijgt een goedkeuringsrecht in plaats van een adviesrecht ten aanzien van een viertal besluiten.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 30-7-2013, Stb. 2013, 330
Besluit tot vaststelling van onder meer het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen
—De wet treedt in werking gedeeltelijk met ingang van 7-8-2013 en deels met ingang van 1-7-2014.
Kamerstukken
- TK 2011/12, 33 182, nr. 1
- TK 2011/12, 33 182, nr. 2
- TK 2011/12, 33 182, nr. 3
- TK 2011/12, 33 182, nr. 5
- TK 2011/12, 33 182, nr. 8
- TK 2012/13, 33 182, nr. 10
- TK 2012/13, 33 182, nr. 11
- TK 2012/13, 33 182, nr. 12
- TK 2012/13, 33 182, nr. 13
- TK 2012/13, 33 182, nr. 14
- TK 2012/13, 33 182, nr. 15
- TK 2012/13, 33 182, nr. 20
- TK 2012/13, 33 182, nr. 46
- TK 2012/13, 33 182, nr. 47
- TK 2012/13, 33 182, nr. 48
- TK 2012/13, 33 182, nr. 49
- TK 2012/13, 33 182, nr. 50
- TK 2012/13, 33 182, nr. 51
- TK 2012/13, 33 182, nr. 52
- EK 2012/13, 33 182, nr. A
- EK 2012/13, 33 182, nr. B
- EK 2012/13, 33 182, nr. C
- EK 2012/13, 33 182, nr. D
- EK 2012/13, 33 182, nr. E
- EK 2012/13, 33 182, nr. F
- EK 2012/13, 33 182, nr. G