Wet van 14-05-2014, Stb. 2014, 176

Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis

—Doel van deze wet is om bij geweld in de publieke ruimte en geweld tegen personen met een publieke taak de mogelijkheden voor de toepassing van voorlopige hechtenis te verruimen met het oog op een snelle berechting van de verdachte. Daarbij wordt de toepassing van het snelrecht in bijzondere gevallen als afzonderlijke grond voor voorlopige hechtenis toegevoegd aan artikel 67a van het Wetboek van Strafvordering. Langs die weg kan beter worden opgetreden in gevallen waarin bepaalde misdrijven (namelijk openlijke geweldpleging, brandstichting, mishandeling, bedreiging en vernieling) gelet op de omstandigheden waaronder ze worden gepleegd, ernstig gevaarzettend of verstorend voor de openbare orde zijn. Dergelijke omstandigheden doen zich bijvoorbeeld voor bij uitgaansgeweld, waaronder wordt verstaan misdrijven begaan tijdens evenementen, zoals voetbalwedstrijden, concerten, dansfeesten en oudejaarsvieringen, in het openbaar vervoer, op stations, of in de directe nabijheid van winkels, horeca of andere uitgaansgelegenheden. Dergelijke omstandigheden doen zich ook voor indien misdrijven zijn gericht tegen personen met een publieke taak. In deze gevallen krijgen de genoemde misdrijven een andere lading en kunnen zich in omvang onvoorziene en achteraf niet bewust gewilde gevolgen voordoen. Onder de voorwaarden van enerzijds een verdenking van een van de genoemde misdrijven gepleegd tegen personen met een publieke taak of begaan op een voor het publiek toegankelijke plaats en anderzijds de toepassing van snelrecht is toepassing van de nieuwe grond voor voorlopige hechtenis toegestaan. Uitgangspunt daarbij is dat het moet gaan om feiten van zodanige ernst dat het openbaar ministerie een vrijheidsstraf geïndiceerd acht en waarvan het verwacht dat de rechter deze zal opleggen. Mede om die reden is deze nieuwe grond voor voorlopige hechtenis beperkt tot de ernstiger varianten van de genoemde misdrijven: openlijke geweldpleging, brandstichting, mishandeling, bedreiging en vernieling. Middels een amendement is een evaluatiebepaling bij het wetsvoorstel ingevoegd. Binnen drie jaar na de inwerkingtreding van de wet zal de Minister van VenJ aan de Staten-Generaal verslag doen over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
 

Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 01-09-2014, Stb. 2014, 316

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 14 mei 2014 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis

—De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. 
 

Kamerstukken