Besluit van 28-08-2015, Stb. 2015, 328

Besluit houdende wijziging van het Besluit houders van dieren in verband met het verbod op deelname met zoogdieren behorende tot wilde diersoorten aan circussen en andere optredens en op vervoer van die dieren ten behoeve daarvan

—In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ is aangekondigd dat er een verbod zal worden ingesteld op het gebruik van wilde dieren in circussen. Dit besluit voorziet in dat verbod. Onder wilde dieren moet in dit verband worden verstaan: dieren die behoren tot diersoorten waarvan de daartoe behorende dieren van nature in het wild leven, met uitzondering van de diersoorten die als gevolg van de aanwijzing in bijlage I bij het besluit voor productie mogen worden gehouden en honden, katten, kamelen, dromedarissen, lama’s en alpaca’s.

Artikel 1.3 van de Wet dieren bepaalt dat de intrinsieke waarde van het dier wordt erkend. Daarmee wordt tot uitdrukking gebracht dat dieren, zijnde wezens met gevoel, een eigen, zelfstandige waarde hebben, los van de gebruikswaarde die de mens aan het dier toekent. Het kabinet is van mening dat de intrinsieke waarde van niet-gedomesticeerde dieren die optreden in en meereizen met circussen in het geding is. Er is sprake van een welzijnsprobleem en de integriteit van dieren die optreden in circussen is aangetast. Het kabinet constateert daarnaast een maatschappelijke trend, waarbij toelaatbaarheid van een inbreuk op de intrinsieke waarde van dieren ten behoeve van vermaak steeds minder toelaatbaar wordt geacht. Het kabinet is van mening dat de aantasting van het welzijn en de integriteit van niet-gedomesticeerde zoogdieren in het circus niet kan worden gerechtvaardigd door de belangen van de circussen, trainers en publiek, zijnde traditie, economisch belang en vermaak, nu de aantasting van het welzijn en de integriteit voor deze dieren substantieel zijn en de belangen van de circussen, trainers, verhuurders en publiek beperkt. Mede gelet op de daarnaast geconstateerde groeiende tendens in de samenleving acht het kabinet het verbod gerechtvaardigd.

Inwerkingtreding m.i.v. 15-09-2015.