Wet van 24-06-2020, Stb. 2020, 223
Wet houdende regels inzake invoering van een tijdelijke mogelijkheid voor experimenten in de rechtspleging (Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging)
—Deze wet biedt een wettelijke grondslag om met het oog op het bevorderen van eenvoudige, snelle, effectieve en de-escalerende geschilbeslechting te kunnen experimenteren met innovatieve vormen van rechtspleging. Daartoe kan binnen bepaalde grenzen en onder een aantal strikte voorwaarden bij algemene maatregel van bestuur tijdelijk worden afgeweken van artikelen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de rechterlijke organisatie, de procesrechtelijke bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van de Faillissementswet, en de daarop gebaseerde lagere regelgeving. Als dit nodig is ter ondersteuning van het experiment, kan ook worden afgeweken van de Wet op de rechtsbijstand en de Wet griffierechten burgerlijke zaken. De experimenten zijn beperkt in omvang en worden door middel van een onafhankelijk onderzoek geëvalueerd. Op basis van de uitkomst van de evaluatie wordt besloten of het experiment aanleiding geeft tot definitieve aanpassing van de wetgeving.
De wet maakt het mogelijk om in de praktijk te onderzoeken hoe de procesvoering voor de burgerlijke rechter kan worden verbeterd, met het oog op de behoefte van rechtzoekende burgers en bedrijven aan meer eenvoud, snelheid, en effectiviteit in de gerechtelijke geschilbeslechting en aan de-escalatie van het conflict. De experimenten zijn gebonden aan de fundamentele beginselen van procesrecht en grenzen die voortvloeien uit de Grondwet, voor Nederland geldende verdragen en EU-regelgeving. Die fundamentele beginselen van procesrecht garanderen dat burgers en bedrijven met een juridisch geschil toegang hebben tot een onafhankelijke en onpartijdige rechter die na een eerlijke en transparante behandeling van hun zaak, binnen een redelijke termijn zo nodig tot een uitspraak in het geschil komt. De rol van de rechter verandert niet in het experiment. Hij blijft de rechtsprekende magistraat bij wie een rechtzoekende een juridisch afdwingbare eindbeslissing in een geschil kan verkrijgen. Burgers en bedrijven kunnen er ook voor kiezen om zich tot een mediator te wenden of andere vormen van hulpverlening te zoeken.
De ruime afwijkingsmogelijkheid die de wet biedt, wordt omkleed met ruime waarborgen. Ieder experiment moet eenvoudige, snelle, effectieve en de-escalerende geschilbeslechting bevorderen. Experimenten zijn tijdelijk van aard en duren in beginsel maximaal drie jaar. Ze zullen doorgaans in één of in een beperkt aantal gerechten worden uitgevoerd. De wet garandeert dat de grondwettelijke regels en de fundamentele beginselen van procesrecht in de algemene maatregel van bestuur en in de experimentele procedures worden gewaarborgd. Er kan niet worden afgeweken van verdragen waarbij Nederland verdragspartij is en van verordeningen en richtlijnen van de Europese Unie. Een experiment wordt vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur, die de regels bevat die afwijken van het reguliere procesrecht en van de aanverwante wetten. De artikelen uit de wet of wetten waarvan wordt afgeweken, worden in de algemene maatregel van bestuur over het experiment expliciet genoemd. Het reguliere (proces)recht blijft gelden voor zover de algemene maatregel van bestuur er niet van afwijkt.
De algemene maatregel van bestuur bepaalt de doelstelling en de tijdsduur van het experiment en op welke procedures en in welke gerechten het experiment van toepassing is. Er zal een onafhankelijke en multidisciplinaire Toetsingscommissie experimenten rechtspleging worden ingesteld. Die krijgt tot taak te toetsen of voorstellen voor experimenten voldoen aan de eisen van deze wet en aan de eisen die in een algemene maatregel van bestuur voor de opzet en evaluatie van experimenten worden opgenomen. De Toetsingscommissie zal adviseren over de uitvoering en evaluatie van het experiment. Als uit de evaluatie van een experiment blijkt dat de innovatieve procedure positieve effecten heeft, ligt het in de rede dat de desbetreffende wetgeving daarop definitief wordt aangepast.
Vanwege het experimentele karakter is dit een tijdelijke wet met een looptijd van vijftien jaar. Na tien jaar wordt de wet geëvalueerd.
Inwerkingtreding
Besluit van 06-03-2023, Stb. 2023, 70
Besluit tot vaststelling van tijdelijke regels betreffende de opzet, inhoud en evaluatie van experimenten in de rechtspleging en het tijdstip van inwerkingtreding van Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging (Tijdelijk besluit experimenten rechtspleging) (Stb. 2020, 223)
—De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging biedt een ruime mogelijkheid om bij wijze van experiment af te wijken van het reguliere burgerlijk procesrecht. Zo kan een experimentele procedure eerst worden getoetst aan de praktijk, alvorens die, na een positief resultaat van het experiment, in een wetswijziging op te nemen. Het uiteindelijke doel is het bevorderen van eenvoudige, snelle, effectieve en de-escalerende geschilbeslechting. Dit Tijdelijk besluit experimenten rechtspleging, gebaseerd op artikel 2, lid 2, van de wet, geeft richting wanneer van die brede afwijkingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt. Het besluit omvat nadere regels voor de opzet, inhoud en evaluatie van experimenten en in verband hiermee ook voor het opstellen van de algemene maatregelen van bestuur waarin de experimenten worden vastgelegd. Het besluit draagt eraan bij dat de ruime bevoegdheid tot afwijking die de wet biedt, bij ieder experiment met voldoende waarborgen wordt omgeven.
De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging en dit besluit treden in werking met ingang van 1 april 2023. Dit besluit vervalt met ingang van de dag waarop de wet vervalt.