Wet van 12-07-2023, Stb. 2023, 274
Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de strafbaarstelling van het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden (strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden)
—De wet neemt een strafbaarstelling van het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden op. Een gedraging die nauw aansluit bij dat wat wordt aangeduid als doxing. Met de wet is uitvoering gegeven aan de motie die de regering verzoekt om doxing strafbaar te stellen (Kamerstukken II 2020/21, 35 564, nr. 13). In de motie wordt overwogen dat doxing in toenemende mate voorkomt richting onder meer hulpverleners, journalisten, wetenschappers en politici, en grote gevolgen heeft voor de veiligheid van deze personen. Doxing met als doel een bepaald persoon te intimideren kan grote impact hebben op de beoogde slachtoffers en hun naasten, op de groep waartoe zij behoren of van wie wordt verondersteld dat zij daartoe behoren, of op de organisatie waarvoor zij werkzaam zijn. Het slachtofferschap is daarbij niet voorbehouden aan bepaalde groepen: eenieder kan ermee te maken krijgen. Vanwege de mate van impact van strafbare doxing op de slachtoffers, de inbreuk op fundamentele rechten van burgers en de invloed op het functioneren van onze democratische rechtsstaat en de instituties die daarvan deel uitmaken, is een zelfstandige strafbaarstelling noodzakelijk. Strafbaar is gesteld het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens van een ander of een derde met het oogmerk om die ander vrees aan te jagen dan wel aan te laten jagen, ernstige overlast aan te doen dan wel aan te laten doen of hem in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig te hinderen dan wel te laten hinderen. Bij strafbare doxing ligt het zwaartepunt wat betreft de strafwaardigheid niet in de stelselmatigheid van de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maar in de ernst van de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, die het gevolg is van het gebruik van persoonsgegevens om een ander vrees aan te (laten) jagen dan wel ernstige overlast aan te (laten) doen of ernstig te (laten) hinderen in de uitoefening van ambt of beroep. Het eenmalig zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens is - als wordt voldaan aan de overige delictsbestanddelen - voldoende voor strafbaarheid. Voor politie en Openbaar Ministerie is het met een op de specifieke gedraging toegesneden strafbaarstelling mogelijk om het gebruik van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden gerichter op te sporen en te vervolgen. De maximale strafmaat is twee jaren en een boete van de vierde categorie met een strafverhogingsgrond voor doxing ten aanzien van ambts- en gezagsdragers en functionarissen in het veiligheidsdomein.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 25-08-2023, Stb. 2023, 280
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 12 juli 2023 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de strafbaarstelling van het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden (strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden) (Stb. 2023, 274)
—De wet treedt in werking met ingang van 01-01-2024.
Kamerstukken
- TK 2021/22, 36171, nr. 1
- TK 2021/22, 36171, nr. 2
- TK 2021/22, 36171, nr. 3
- TK 2021/22, 36171, nr. 4
- TK 2021/22, 36171, nr. 5
- TK 2022/23, 36171, nr. 6
- TK 2022/23, 36171, nr. 8
- TK 2022/23, 36171, nr. 10
- TK 2022/23, 36171, nr. 13
- EK 2022/23, 36171, nr. A
- EK 2022/23, 36171, nr. B
- EK 2022/23, 36171, nr. C
- EK 2022/23, 36171, nr. D