Wet van 24-10-2019, Stb. 2019, 404
Wet houdende goedkeuring van de op 12 december 2016 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds, en de Republiek Cuba anderzijds (Trb. 2017, 19)
—Deze wet strekt tot goedkeuring van de Overeenkomst inzake politieke dialoog en samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Cuba, anderzijds. De wet beperkt de goedkeuring tot het Europese deel van Nederland. De Overeenkomst heeft als doel het moderniseringsproces van de economie en de maatschappij in Cuba te ondersteunen en versterken. Daarbij ziet het op onderwerpen als het versterken van mensenrechten en democratie, het beëindigen van discriminatie, en het bereiken van duurzame ontwikkeling. Ook gaat het over handelssamenwerking.
De Overeenkomst omvat verschillende onderwerpen. Het bevat onderwerpen die tot de exclusieve bevoegdheid van de EU behoren, zoals handelspolitiek en douane. Een exclusieve bevoegdheid houdt in dat in het betreffende gebied enkel de EU regelstellend mag optreden. Lidstaten mogen enkel regels stellen als die bevoegdheid aan hen is toegekend door de EU of ter implementatie van EU-regels. Het gaat in deze met name om bepalingen in deel IV ‘Handel en Handelssamenwerking’ van de Overeenkomst. De Overeenkomst bevat ook onderwerpen die onder de gedeelde bevoegdheid van de EU en de lidstaten vallen. Bij gedeelde bevoegdheden kunnen zowel de Unie als de lidstaten regelstellend optreden. Lidstaten kunnen hun bevoegdheid echter slechts uitoefenen voor zover de Unie haar bevoegdheid nog niet heeft uitgeoefend. Het gaat in onderhavige Overeenkomst met name om bepalingen in deel III, titel III ‘bevordering van justitie, veiligheid van de burger en migratie’; titel IV ‘sociale ontwikkeling en sociale cohesie’, dat onder andere bepalingen bevat over sociale cohesie en consumentenbescherming; titel V ‘milieu, rampenrisico-beheer en klimaatverandering’; en titel VI ‘economische ontwikkeling’ dat onder andere bepalingen bevat over landbouw, visserij, energie en vervoer. Daarnaast bevat de Overeenkomst bepalingen op gebieden die niet tot de gedeelde of exclusieve bevoegdheden van de Unie behoren. In dit verband kan (onder andere) gewezen worden op de artikelen 52 (samenwerking inzake wetenschap, technologie en innovatie) en artikel 18 (‘modaliteiten en procedures voor samenwerking’) dat onder andere ziet op humanitaire steun. Voorts bevat de Overeenkomst ondersteunende, coördinerende of aanvullende bevoegdheden in de zin van artikel 6 VWEU. Met name gaat het dan om bepalingen in titel IV, dat (onder andere) bepalingen bevat over onderwijs, volksgezondheid, cultuur en jeugd; en titel VI dat onder andere een bepaling bevat over toerisme.
Ten slotte bevat de Overeenkomst ook bepalingen die vallen onder het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB), in het bijzonder deel II ‘Politieke dialoog’ en deel III, titel II ‘Democratie, mensenrechten en goed bestuur’.
De Overeenkomst moet door zowel de EU als de lidstaten worden goedgekeurd.
Inwerkingtreding met ingang van 14-11-2019.