Besluit van 28-10-2019, Stb. 2019, 377

Besluit tot wijziging van sociale zekerheidswetten in verband met het regelen van overgangsrecht voor de vaststelling van de toepasselijke wetgeving in verband met de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie zonder akkoord over de voorwaarden voor deze terugtrekking (no deal-Brexit)

—Een no deal-Brexit heeft tot gevolg dat de bestaande Europese regelgeving op het gebied van sociale zekerheid niet meer geldt in de relatie met het Verenigd Koninkrijk. Verordening (EG) nr. 883/2004, betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, en Verordening (EG) nr. 987/20092, de bijpassende toepassingsverordening, zijn vanaf de datum van terugtrekking niet meer van toepassing. Ook de Verordeningen (EEG) nr. 1408/713 en (EEG) nr. 574/724 zijn niet meer van toepassing. Dit heeft gevolgen voor de socialezekerheidsaanspraken die in de relatie met het Verenigd Koninkrijk met toepassing van deze verordeningen zijn opgebouwd of toegekend.

Op basis van de grondslag in de Verzamelwet Brexit (Stb. 2019, 123) is reeds een besluit vastgesteld om de nadelige gevolgen van een no deal-Brexit voor uitkeringsgerechtigden in Nederland en het Verenigd Koninkrijk zoveel mogelijk te voorkomen (Stb. 2019, 144). In de toelichting bij dat besluit is aangegeven dat het ten tijde van het opstellen van dat besluit – gelet op het unilaterale karakter van het besluit – niet mogelijk was om unilateraal regels te stellen die tot effect hebben dat de socialezekerheidswetgeving van slechts één van beide landen van toepassing is.

Inmiddels hebben er echter op ambtelijk niveau technische bilaterale besprekingen met het Verenigd Koninkrijk plaatsgevonden die hebben geleid tot het onderhavige besluit. De uitkomst van dit contact is dat beide landen nationale wetgeving implementeren om gedurende een beperkte periode (één jaar na een no deal-Brexit) te vermijden dat in grensoverschrijdende situaties tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk sprake zal zijn van dubbele verzekering of geen verzekering. Dit kan niet worden gerealiseerd door het opnemen van een aanwijsregel in nationale wetgeving, aangezien het onmogelijk is om nationaalrechtelijk te bepalen dat iemand onderworpen is aan de wetgeving van een ander land. Het is echter wel mogelijk om in beide landen wetgeving te implementeren die ertoe strekt de kring van verzekerden van de socialezekerheidswetten zodanig te bepalen dat de verzekeringspositie op basis daarvan dezelfde is als die zou gelden in het geval het Verenigd Koninkrijk niet zou zijn uitgetreden en de Europese regelgeving op het gebied van sociale zekerheid nog van toepassing zou zijn. Het onderhavige ontwerpbesluit regelt dit aan Nederlandse zijde. Het hierboven beschreven doel wordt alleen bereikt als het Verenigd Koninkrijk nationale wetgeving met eenzelfde strekking implementeert. Daarom is dit een voorwaarde voor de vaststelling en inwerkingtreding van dit besluit.


Inwerkingtreding

Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip. Daarbij kan worden bepaald dat dit besluit terugwerkt tot het tijdstip waarop artikel VII van de Verzamelwet Brexit in werking treedt.