Wet van 19-06-2024, Stb. 2024, 190 en inwerkingtredingsbesluit van 21-06-2024, Stb. 2024, 158

Wet met tijdelijke regels over de opvang van ontheemden uit Oekraïne (Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne)

—Deze wet dient ter vervanging van de Voortduringswet artikelen 2c en 4 Wet verplaatsing bevolking. Deze zijn tijdelijk omdat het noodwetgeving betreft. Deze bepalingen gaven burgemeesters de wettelijke taak om zorg te dragen voor de opvang en verzorging van ontheemden uit Oekraïne, in plaats van het COA.

Met deze wet worden gemeenten langer belast met de opvang van ontheemden uit Oekraïne. Het introduceert geen aanvullende of andere taken of bevoegdheden ten opzichte van het huidige, tijdelijke noodwettelijke kader. Wel wordt de verantwoordelijkheid van deze opvangtaak overgedragen van de burgemeester aan het college van burgemeester en wethouders. Omdat gemeenten langer dan verwacht moeten worden belast met de opvang van ontheemden uit Oekraïne maakt het bovendien noodzakelijk om enkele aspecten van die opvang van een nadere wettelijke grondslag te voorzien. Dit betreft onder meer de verantwoordelijkheid voor medische zorg, voor het langer voortzetten van de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne en voor de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens. Bij amendement is voorzien in een verplichte eigen bijdrage voor Oekraïense ontheemden aan de geboden opvang en andere verstrekkingen wanneer zij voldoende inkomsten uit arbeid hebben. Het UWV verstrekt de benodigde informatie over de arbeidssituatie.

  1. Deze wet treedt in werking op het moment dat de artikelen 2c en 4 van de Wet verplaatsing bevolking buiten werking worden gesteld, zijnde 27 juni 2024, zie Stb. 2024, 157, NJB 2024/1514.
  2. Deze wet vervalt op een bij kb te bepalen tijdstip. Dit tijdstip wordt niet later gesteld dan één jaar nadat de werking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan, of een verlenging daarvan, eindigt. Gedurende de hiervoor bedoelde periode van ten hoogste één jaar blijft deze wet van toepassing op vreemdelingen die tijdelijke bescherming genoten op de dag voorafgaand aan het eindigen van de tijdelijke bescherming

Kamerstukken