Wet van 17-5-2010, Stb. 2010, 345

Wet van 17 mei 2010, houdende met regels met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

—Deze wet strekt er toe de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in te stellen, alsmede de inrichting, samenstelling en bevoegdheden van hun besturen te regelen. Bovendien worden regels gesteld over de verhouding van deze openbare lichamen tot het Rijk, daaronder begrepen het toezicht. De hervorming beoogt de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten de status van land binnen het Koninkrijk te laten verkrijgen en de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam, bedoeld in artikel 134 van de Grondwet, te laten toetreden tot het Nederlandse staatsbestel. Het land Nederlandse Antillen zal worden opgeheven. De regeling van de staatkundige hervorming geschiedt op verschillende niveaus en in verschillende wetten. Op Koninkrijksniveau wordt de staatkundige hervorming geregeld bij de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen. Bij deze rijkswet wordt het land de Nederlandse Antillen opgeheven, verkrijgen de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten de hoedanigheid van land in het Koninkrijk en worden de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba onderdeel van het Nederlandse staatsbestel. De onderhavige wet kan niet in werking treden voordat bedoelde rijkswet volledig in werking is getreden. Op Koninkrijkniveau worden bovendien verschillende onderwerpen geregeld in zogenoemde consensusrijkswetten. De constituties van de nieuwe landen worden geregeld in de Staatsregeling van Curaçao en de Staatsregeling van Sint Maarten.

Met deze wet worden de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba ingesteld. Bovendien worden overeenkomstig artikel 134, tweede en derde lid, van de Grondwet de inrichting van deze openbare lichamen, de samenstelling en bevoegdheid van hun besturen alsmede het toezicht op hun besturen en de verhouding tot het Rijk, geregeld. Door inrichting van de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam, in plaats van als gemeente, wordt de bijzondere positie van de eilanden in het Nederlandse staatsbestel tot uitdrukking gebracht (status sui generis). De bijzondere positie houdt in dat er op de drie eilanden - die deel uitmaken van het Nederlandse grondgebied - regels kunnen gelden die afwijken van de rechtsorde in het Europese deel van Nederland. Voor de bestuurlijke inrichting van de drie openbare lichamen is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de bestuurlijke inrichting van de Nederlandse gemeenten, zoals geregeld in de Gemeentewet. In deze wet is dan ook grotendeels de tekst van de Gemeentewet gevolgd. Echter, de kleinschaligheid op de eilanden (inclusief nauwe familiebanden) maakt dat in bepaalde gevallen afwijkingen van de Nederlandse situatie gewenst zijn om de deugdelijkheid van bestuur te waarborgen. Daarnaast is de grote afstand tot Nederland een reden om de bestuurlijke inrichting op een aantal punten anders vorm te geven dan bij Nederlandse gemeenten het geval is. In de bijlage bij de memorie van toelichting is een systematisch overzicht van de belangrijkste verschillen met de Gemeentewet opgenomen. De eilanden worden als openbare lichamen onderdeel van het land Nederland en geen aparte staatsrechtelijke entiteiten binnen het Koninkrijk. Om deze reden is geen rijkswet vereist voor de instelling van de openbare lichamen noch voor het stellen van regels met betrekking tot de bestuurlijke inrichting van de openbare lichamen en het toezicht op hun besturen. Het betreft dan ook een Nederlandse wet op grond van artikel 134 van de Grondwet.

Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.
 

Kamerstukken