Wet van 27-06-2018, Stb. 2018, 299
Wet tot wijziging van de Faillissementswet en enige andere wetten in verband met het moderniseren van de faillissementsprocedure (Wet modernisering faillissementsprocedure)
—Het doel van deze wet is om de faillissementsprocedure te moderniseren, om daarmee de afwikkeling van een faillissement transparanter en efficiënter te maken. De wet beoogt bij te dragen aan het verhogen van de opbrengsten van een faillissementsprocedure voor de schuldeisers en de uit een faillissement voortvloeiende maatschappelijke kosten te beperken en bevat vier maatregelen om dit te realiseren. Allereerst wordt de Faillissementswet gewijzigd om binnen de faillissementsprocedure beter gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden om digitaal te werken. Aansluitend op en ondersteunend aan het KEI-programma, voorziet een belangrijk aantal wijzigingen in het bij de tijd brengen van de faillissementsprocedure, met name door het bevorderen en faciliteren van het gebruik van digitale hulpmiddelen. Een eenvoudig toegankelijke, gedigitaliseerde, informatievoorziening stelt schuldeisers in staat sneller te reageren op een eventueel faillissement van een schuldenaar, door bijvoorbeeld zekerheidsrechten te activeren. Verder biedt snelle en eenvoudige toegang tot een up-to-date register van faillietverklaringen belangrijke voordelen voor het handelsverkeer. Naast de aanpassing dat uitgesproken faillissementen sneller worden ingeschreven, kan het centrale insolventieregister worden verbeterd, doordat schuldeisers voortaan zoveel mogelijk op één plek alle relevante informatie kunnen terugvinden. In het verlengde hiervan wordt de mogelijkheid gecreëerd om een aantal beschikkingen van de rechter-commissaris en de rechtbank standaard in te schrijven in het faillissementsregister, waardoor schuldeisers sneller kunnen reageren. Wetswijziging is verder noodzakelijk voor het bevorderen van vergaderingen langs elektronische weg. Een laatste punt dat digitalisering moet faciliteren, ligt in het beter kunnen benutten van de mogelijkheden van de curator om via internet goederen te verkopen.
Daarnaast krijgt de curator meer mogelijkheden om de faillissementsboedel efficiënt te beheren en te vereffenen. Daartoe wordt de uiterste termijn waarbinnen vorderingen moeten worden ingediend aangescherpt en de mogelijkheden tot verlate indiening van vorderingen beperkt. De termijn waarbinnen vorderingen door schuldeisers kunnen worden ingediend is afhankelijk van de te houden verificatievergadering en zal worden bepaald door de rechter-commissaris. De rechter-commissaris krijgt een discretionaire bevoegdheid om de termijn te verlengen of te verkorten.
Verder krijgen de curator en de rechter de ruimte om meer maatwerk te leveren in de faillissementsprocedure, doordat zij de bestaande voorzieningen van de faillissementswet flexibeler in kunnen gaan zetten. Zo vervalt de wettelijke verplichting om binnen 14 dagen nadat het vonnis van de faillietverklaring in kracht van gewijsde is gegaan de dag van de verificatievergadering te bepalen en bepaalt de rechter-commissaris voortaan zelf óf en zo ja, wanneer, een verificatievergadering wordt gehouden, of misschien zelfs meerdere vergaderingen worden gehouden.
Ook past de wet — om meer maatwerk mogelijk te maken — de regels rondom de benoeming, de werkwijze en de samenstelling van de schuldeiserscommissie aan.
Tot slot dragen de wijzigingen bij aan de verdere specialisatie van de insolventierechter en bieden zij ondersteuning voor verdere ontwikkelingen in de uitvoering van wetgeving. Ze vereenvoudigen daartoe de mogelijkheid tot benoeming van meerdere rechters-commissarissen in het faillissement. Hiermee wordt beoogd bij te dragen aan specialisatie binnen de rechterlijke macht en eveneens het toezicht te bevorderen in omvangrijke of complexe faillissementen waarbij veelal sprake is van meerdere curatoren en de rechter-commissaris in korte tijd tal van handelingen zal moeten beoordelen. Daarnaast introduceert de wet de mogelijkheid tot het benoemen van een deskundige ter ondersteuning van de toezichthoudende taak van de rechter-commissaris.
Tot slot voorziet de wet in de instelling van een adviescommissie insolventierecht. Het insolventierecht is complex van aard, mede vanwege raakvlakken met diverse andere rechtsterreinen, zoals het arbeidsrecht, het goederenrecht en het strafrecht. Een commissie met daarin experts met kennis van deze rechtsgebieden die vanuit verschillende invalshoeken advies geeft over voorgenomen wetswijzigingen kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het wetgevingsproces.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 28-09-2018, Stb. 2018, 348
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet modernisering faillissementsprocedure (Stb. 2018, 299)
—De wet treedt in werking met ingang van 01-01-2019, met uitzondering van artikel I, onderdeel D, onderdeel 2.