Wet van 8-7-2011, Stb. 2011, 350
Wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de aanpassing van de bewaartermijn voor telecommunicatiegegevens met betrekking tot internettoegang, e-mail over het internet en internettelefonie
—De bewaartermijn voor gegevens in verband met internettoegang, e-mail over het internet en internettelefonie wordt vastgesteld op zes maanden, gerekend vanaf de datum van de communicatie. Voor de gegevens in verband met telefonie over een vast of mobiel netwerk blijft de bewaartermijn van twaalf maanden ongewijzigd. De Telecommunicatiewet voorziet in een verplichting voor de aanbieders van openbare telecommunicatienetwerken of openbare telecommunicatiediensten om de in de bijlage bij de wet aangewezen gegevens, voorzover deze in het kader van de aangeboden netwerken of diensten worden gegenereerd, te bewaren ten behoeve van het onderzoeken, opsporen en vervolgen van ernstige misdrijven. Dit artikel is in de Telecommunicatiewet opgenomen bij de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens (Stb. 2009, 333). De richtlijn dataretentie legt aan de lidstaten de verplichting op ervoor te zorgen dat de te bewaren gegevens gedurende ten minste zes maanden en ten hoogste twee jaar vanaf de datum van de communicatie worden bewaard. De in de Telecommunicatiewet neergelegde bewaartermijn is twaalf maanden, gerekend vanaf de datum van de communicatie. Aanbieders van internetdiensten zijn van oudsher niet vertrouwd met het bewaren van telecommunicatiegegevens. De gegevens, die in het kader van de communicatie door de aanbieders worden gegenereerd of verwerkt, worden namelijk in mindere mate dan bij de traditionele telefonie gebruikt ten behoeve van de eigen bedrijfsvoering van de aanbieders, zoals de facturering. Ook is de wijze waarop de gegevens worden gegenereerd bij internet en telefonie verschillend. Met de keuze voor een kortere bewaartermijn voor gegevens met betrekking tot internet wordt rekening gehouden met de bedrijfsvoering van de aanbieders van internetdiensten en de investeringslasten die voor hen uit de bewaarplicht kunnen voortvloeien. De richtlijn dataretentie biedt de lidstaten de mogelijkheid de bewaartermijn te stellen op zes maanden en onderscheid te maken tussen enerzijds gegevens met betrekking tot telefonie en anderzijds gegevens met betrekking tot internet. Daar komt bij dat er bij de politie weliswaar grote behoefte bestaat aan historische verkeersgegevens rond communicatie door middel van internet, maar het opvragen van de betreffende gegevens nog geen gemeengoed is. De bewaartermijn van zes maanden biedt de betrokken partijen een goed uitgangspunt om het gebruik van internetgegevens ten behoeve van de opsporing van ernstige strafbare feiten verder te ontwikkelen. Het is aannemelijk dat de internetaanbieders en de opsporingsdiensten in de loop der tijd voldoende vertrouwd zullen raken met de bewaarplicht voor internetgegevens. In de eerstkomende evaluatie van de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens, die voor 1 september 2012 zal moeten zijn afgerond, zal dit aspect worden betrokken.
Inwerkingtreding 16-7-2011.