Wet van 01-07-2020, Stb. 2020, 249 en inwerkingtredingsbesluit van 09-07-2020, Stb. 2020, 250

Wet tot wijziging van de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie, de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/957 van het Europees Parlement en de Raad van 28 juni 2018 tot wijziging van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEU 2018, L 173) (Implementatiewet herziene detacheringsrichtlijn)

—Naar aanleiding van de herzieningsrichtlijn dient bepaalde Nederlandse wetgeving met betrekking tot het detacheren van werknemers uit andere EU-landen in het kader van grensoverschrijdende dienstverrichting aangepast te worden. De detacheringsrichtlijn uit 1996 heeft drie doelstellingen, waartussen de herzieningsrichtlijn een beter evenwicht beoogt te treffen:

  • het grensoverschrijdend verrichten van diensten vereenvoudigen en bevorderen;
  • het bieden van bescherming aan gedetacheerde werknemers;
  • het waarborgen van gelijke mededingingsvoorwaarden voor buitenlandse en lokale concurrenten.

De situatie op de Europese arbeidsmarkt is aanzienlijk veranderd. De interne markt is gegroeid door de uitbreiding van de EU, wat onder andere tot gevolg heeft gehad dat de loonverschillen tussen de verschillende lidstaten zijn toegenomen. Het wetgevingskader dat tot stand is gekomen door de detacheringsrichtlijn beantwoordt niet meer aan de huidige realiteit, waardoor de vrijheid van diensten kan leiden tot oneerlijke concurrentie op loonkosten en arbeidsvoorwaarden. Dit kan niet alleen leiden tot een neerwaartse spiraal van arbeidsvoorwaarden, maar ook tot afkalving van het draagvlak voor de interne markt.

De herzieningsrichtlijn beoogt een nieuw en beter evenwicht te treffen, met name door het bieden van meer bescherming aan gedetacheerde werknemers. Deze bescherming betekent minder verschil in arbeidsvoorwaarden, wat een gelijk speelveld tussen ondernemingen bevordert en verdringing van het lokale arbeidsaanbod tegengaat. Daarnaast kan dit oneerlijke praktijken ondervangen die voor kunnen komen bij het tijdelijk detacheren van werknemers naar andere EU-landen, zoals concurrentie op loon en arbeidsvoorwaarden, en in ernstige gevallen uitbuiting en schijnconstructies. De wet beoogt dit te bewerkstelligen door een aantal maatregelen in te voeren die ertoe strekken om het verschil te verkleinen tussen de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden waarop gedetacheerde werknemers recht hebben, ten opzichte van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van nationale werknemers. Zo is de ‘harde kern’ van arbeidsvoorwaarden uitgebreid met huisvestingsvoorwaarden en bepaalde toeslagen en vergoedingen, en hebben gedetacheerde werknemers na een detacheringsduur van twaalf dan wel achttien maanden recht op aanvullende arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden. Daarnaast wordt de bewijslast omtrent toeslagen omgedraaid: als niet uit een toeslag blijkt of deze wordt uitgekeerd als vergoeding van in verband met de detachering gemaakte kosten, zoals reis-, maaltijd- en verblijfkosten, dan wordt de gehele toeslag gezien als vergoeding daarvoor, en wordt de gehele toeslag niet als onderdeel van de beloning beschouwd.

Nieuwe regels omtrent detacheringen die elkaar opvolgen dienen draaideurconstructies te voorkomen, evenals de maatregel dat uitzendbureaus verantwoordelijk blijven voor de juiste betaling van de gedetacheerde werknemer, ook als de dienstontvanger de gedetacheerde werknemer doorzendt naar een volgende dienstontvanger.

Tot slot worden de rechten van gedetacheerde uitzendkrachten en nationale uitzendkrachten (die binnen dezelfde lidstaat worden uitgezonden) vrijwel geheel gelijkgetrokken, waardoor gedetacheerde uitzendkrachten recht hebben op vrijwel dezelfde arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden als nationale uitzendkrachten.

Inwerkingtreding

Inwerkingtreding met ingang van 30-07-2020.

Inwerkingtredingsbesluit van 26-04-2023, Stb. 2023, 152

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Implementatiewet Richtlijn 2020/1057/EU inzake detachering in de wegvervoersector

—De wet treedt ten aanzien van de sector wegvervoer in werking met ingang van 01-06-2023.

Kamerstukken