Wet van 16-10-2013, Stb. 2013, 415
Wet tot wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal
—Deze wet maakt een uitzondering mogelijk op de regel dat strafbepalingen in de Nederlandse taal moeten zijn gesteld. Sommige wetten op het terrein van verkeer en vervoer, telecommunicatie, kernenergie en voedselstandaarden verwijzen soms naar op internationaal niveau in een andere taal opgestelde regels met een in hoge mate technisch karakter en met een doelgroep die gewend is in die vreemde taal, vaak het Engels, te communiceren. In die – uitzonderlijke – gevallen is het gerechtvaardigd dat ook de handhaving, via een strafvervolging of een bestuurlijke boete, kan geschieden op basis van de originele taalversie. Dit past bij een open economie, waarin Nederlandse bedrijven en beroepsbeoefenaren wereldwijd opereren en – vice versa – buitenlandse personen en bedrijven in Nederland. De regel dat strafbepalingen in het Nederlands moeten zijn gesteld, vloeit voort uit het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel.
Bij wijze van uitzondering op de algemene regel wordt een wettelijke basis gecreëerd voor de strafrechtelijke handhaving van specifieke categorieën van voorschriften die in een vreemde taal – vooralsnog alleen het Engels – zijn gesteld. Doel is om duidelijkheid te scheppen over de status van Engelstalige voorschriften in de handhaving. In de bij de wet aangewezen gevallen kan de (strafrechtelijke of bestuursrechtelijke) handhaving voortaan rechtstreeks op de authentieke, Engelse bepaling uit het verdrag of besluit worden gebaseerd en hoeft het bestuursorgaan, het openbaar ministerie of de rechter dus niet uit te gaan van een Nederlandse vertaling. Hiermee wordt aangesloten bij de in de desbetreffende beroepssector gangbare taalversie en wordt voorkomen dat in de handhavingspraktijk verwarring en discussie ontstaat in geval van discrepanties tussen de authentieke tekst en een Nederlandse vertaling. Met dit doel worden een aantal wetten gewijzigd: de Arbeidstijdenwet, de Kernenergiewet, de Luchtvaartwet, de Scheepvaartverkeerswet, de Telecommunicatiewet, de Warenwet, de Wet luchtvaart en de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. Niet uitgesloten is dat in de toekomst in andere wetten of rijkswetten ook behoefte aan zo’n basis voor sanctionering van voorschriften in een vreemde taal wordt gevoeld. Daarbij kan ook aan een andere, internationaal gangbare taal worden gedacht. Die wetten moeten in dat geval worden aangepast. Daarbij zal de wetgever steeds nauwkeurig moeten aangeven om welke (categorieën) voorschriften het gaat en – in de memorie van toelichting – welke bijzondere omstandigheden rechtvaardigen dat een uitzondering op de hoofdregel wordt gemaakt. Daarbij zal steeds aan de volgende criteria worden getoetst:
- De doelgroep is gewend in de betrokken vreemde taal te communiceren.
- Het betreft voorschriften met een in hoge mate technisch karakter, die moeilijk vertaalbaar zijn met de kans op discrepanties met de authentieke versie en dus op verwarring bij de doelgroep en in de handhaving.
Aan beide criteria moet zijn voldaan. In de Toelichting wordt ingegaan op de aspecten van grondwettelijke en mensenrechtelijke aard (§ 2), op de wijzigingen van de bijzondere wetten die worden voorgesteld, en hun motivering (§ 3) en op de consequenties voor de uitvoering en handhaving (§ 4).
Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.
Inwerkingtredingsbesluit van 25-11-2013, Stb. 2013, 475
Inwerkingtreding
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 16 oktober 2013 tot wijziging van enige wetten in verband met de handhaving van voorschriften in de Engelse taal (Stb. 2013, 415)
—De wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.