Wet van 06-03-2014, Stb. 2014, 308

Wet tot wijziging van de Wet algemene regels herindeling in verband met het opnemen van een regeling inzake de gevolgen van een wijziging van de gemeentelijke indeling voor de verkiezing van de raden van de daarbij betrokken gemeenten

Met deze wet wordt in de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) een structurele regeling opgenomen voor de effecten van een gemeentelijke herindeling op de reguliere gemeenteraadsverkiezingen. De regering heeft gekozen voor een brede regeling, dat wil zeggen dat voor alle jaren van een raadsperiode de gevolgen van een herindeling voor de reguliere raadsverkiezingen in de Wet arhi worden geregeld. Het voordeel hiervan is dat in één regeling, de Wet arhi, wordt geregeld wat de gevolgen zijn van een herindeling voor de gemeenteraadsverkiezingen en de zittingsduur van de betrokken raden. Zo wordt meer helderheid verschaft aan gemeenten en kunnen zij die gevolgen betrekken bij hun herindelingsadvies.
Door de aanpassing van de Wet arhi wordt in de eerste plaats beoogd de bestaande praktijk wettelijk te verankeren. De wet regelt dat de eerstvolgende gemeenteraadsverkiezing achterwege wordt gelaten. Het gevolg hiervan is dat bij een herindeling halverwege de raadsperiode de zittingsduur van de eerste gemeenteraad van de nieuwe gemeente zes jaar en drie maanden zal zijn en dat er niet langer drie raadsverkiezingen in vier jaar gehouden worden. Voor de andere drie jaren van een raadsperiode bevat deze wet een structurele regeling voor wat nu via een aparte ‘uitstelwet’ of in de herindelingswet wordt geregeld.
De Wet arhi bepaalt dat niet alleen bij gemeentelijke herindeling een tussentijdse gemeenteraadsverkiezing moet plaatsvinden, maar ook bij grenscorrecties wanneer de grenscorrectie leidt tot een wijziging van het aantal raadszetels. Deze bepaling wordt geschrapt.

Inwerkingtreding m.i.v. 16-08-2014.
 

Kamerstukken