Wet van 10-07-2019, Stb. 2019, 261
Wet houdende Invoering van een wettelijk mechanisme ten behoeve van de beslechting van belastinggeschillen tussen lidstaten van de Europese Unie (Wet fiscale arbitrage)
—Op 10 oktober 2017 heeft de Raad van de Europese Unie (EU) de richtlijn betreffende mechanismen ter beslechting van belastinggeschillen met betrekking tot dubbele belastingheffing in de Europese Unie aangenomen (de arbitragerichtlijn). De arbitragerichtlijn diende uiterlijk 30 juni 2019 te zijn geïmplementeerd. Om de arbitragerichtlijn te implementeren is gekozen om een zelfstandige wet (de Wet fiscale arbitrage (WFA)) te creëren. Gezien de inhoud van de arbitragerichtlijn is deze wet voornamelijk procedureel en formeelrechtelijk van aard. De wet voorziet onder andere in een mogelijkheid voor een belanghebbende om een klacht in te dienen bij de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaten als er een geschilpunt is over dubbele belastingheffing. De arbitragerichtlijn verstaat onder een geschilpunt een geschil naar aanleiding van de uitleg en toepassing van overeenkomsten en verdragen die voorzien in de voorkoming van dubbele belasting op inkomsten en, indien van toepassing, op vermogen. Voor Nederland zal de Minister van Financiën de rol vervullen van de bevoegde autoriteit. De wet creëert, afhankelijk van de omstandigheid of de klacht door één of alle lidstaten is afgewezen, een mogelijkheid voor de belanghebbende om te verzoeken om een arbitragecommissie in te stellen of in Nederland een bezwaar- en beroepsprocedure te initiëren. Verder introduceert de arbitragerichtlijn ook andere rechtsingangen, zoals wanneer de klacht niet tijdig in behandeling wordt genomen of wanneer bepaalde besluiten en processen niet tijdig worden genomen of gestart. Deze nieuwe rechtsingangen illustreren de procedurele en formeelrechtelijke aard van deze wet.
Inwerkingtreding met ingang van 16-07-2019, met terugwerkende kracht t/m 30-06-2019.