Wet van 20 december 2023 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten tot codificatie en aanvulling van het fiscale kwalificatiebeleid inzake buitenlandse rechtsvormen en tot afschaffing van de zelfstandige belastingplicht van de open commanditaire vennootschap (Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen)
—Met deze wet worden aanpassingen van het kwalificatiebeleid doorgevoerd voor (buitenlandse) rechtsvormen voor Nederlandse fiscale doeleinden. Door deze wet wordt het Nederlandse kwalificatiebeleid voor rechtsvormen gecodificeerd en twee aanvullende methodes in de wet geïntroduceerd. Daarnaast vervalt het zogenoemde toestemmingsvereiste, waardoor o.a. de zelfstandige vennootschapsbelastingplicht van de open commanditaire vennootschap vervalt. Met deze aanpassingen loopt Nederland internationaal meer in de pas.
Het Nederlandse kwalificatiebeleid voor rechtsvormen is op bepaalde punten internationaal afwijkend, hetgeen kan leiden tot kwalificatieverschillen. Kwalificatieverschillen houden in dat het ene land een lichaam als niet-zelfstandig belastingplichtig beschouwt, terwijl het andere land dat lichaam wel als zelfstandig belastingplichtig beschouwt. Deze verschillen kunnen resulteren in dubbele belasting van opbrengsten, in dubbele aftrek van kosten of in een kostenaftrek zonder dat daar opbrengst tegenover staat. Om dergelijke verschillen te voorkomen wordt het Nederlandse kwalificatiebeleid aangepast. Deze (materiële) wijzigingen werken door in de inkomsten-, vennootschaps-, dividend-, bron-, erf-, schenk- en overdrachtsbelasting.
In de wet wordt voorzien in overgangsrecht (met doorschuifmogelijkheden) dat geldt met ingang van 1 januari 2024.
Deze wet maakt deel uit van het pakket Belastingplan 2024 c.a.
Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
In afwijking van het eerste lid treden de artikelen I tot en met VIII in werking met ingang van 1 januari 2025.