Wet van 8-3-2012, Stb. 2012, 100
Wet tot aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ter invoering van de elektronische indiening van een dagvaarding
—De wet neemt de belemmeringen weg voor het elektronisch indienen van een afschrift van het exploot van dagvaarding bij de griffie en moet worden gezien als een tussenstap in het grotere proces van digitalisering van de procesvoering. Directe aanleiding voor de wet zijn de bulkincassozaken waarbij in voorkomende gevallen duizenden papieren dagvaardingen tegelijk door gerechtsdeurwaarders per post aan de griffie worden verzonden. De griffie dient vervolgens de benodigde gegevens handmatig in haar ict-systemen in te voeren. In artikel 125 Rv wordt opgenomen dat bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen voor het inschrijven ter rolle van de zaak een exploot van dagvaarding ook elektronisch kan worden ingediend bij de griffie van een gerecht. Daarnaast wordt opgenomen dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur tevens regels dienen te worden gesteld aangaande de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een dagvaarding elektronisch kan worden ingediend, alsmede de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van het elektronisch indienen van de dagvaarding. Tevens wordt geregeld dat een door de griffie gewaarmerkt afschrift van een elektronisch ingediend exploot, in de procedure zal gelden als het oorspronkelijke exploot van dagvaarding. Zolang nog geen sprake is van een geautomatiseerde procesvoering binnen de rechtspraak zal de griffier slechts een papieren afschrift van het elektronisch ingediende exploot kunnen waarmerken.
Inwerkingtreding op een bij kb te bepalen tijdstip.
Inwerkingtredings- en uitvoeringsbesluiten
Inwerkingtredingsbesluit van 27 juni 2012, Stb. 2012, 291
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van Wet elektronische indiening dagvaarding (Stb. 2012, 100)
—De Wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2012.
Besluit van 27 juni 2012, Stb. 2012, 292 en inwerkingtredingsbesluit van 27 juni 2012, Stb. 2012, 291
Besluit tot regels ter invoering van de elektronische indiening van een dagvaarding (Besluit elektronische indiening dagvaarding)
—Dit besluit strekt tot uitvoering van de Wet elektronische indiening dagvaarding (Stb. 2012, 100). Artikel 125, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bepaalt dat de eiser in de bij algemene maatregel van bestuur omschreven gevallen een exploot van dagvaarding elektronisch kan indienen. In het besluit wordt de mogelijkheid van elektronische indiening uitsluitend opengesteld voor zaken betreffende geldvorderingen die vallen onder de competentiegrens van de kantonrechter. Met deze afbakening wordt voor het merendeel van de incassozaken de mogelijkheid van elektronische indiening opengesteld. Tevens geldt als voorwaarde dat alleen de gerechtsdeurwaarder die het exploot heeft betekend de dagvaarding kan indienen bij de griffie. Het ligt voor de hand om bij de elektronische indiening van de dagvaarding te beginnen bij zaken die door de gerechtsdeurwaarders namens eisers worden aangebracht aangezien bulkincassozaken thans veelal via de gerechtsdeurwaarder bij de griffie worden aangebracht.
Artikel 125, derde lid, maakt het daarnaast mogelijk om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te geven over de voorwaarden waaronder en de wijze waarop een exploot van dagvaarding elektronisch kan worden ingediend en over de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van het elektronisch ingediende exploot van dagvaarding. Het onderhavige besluit gaat uit van drie hoofdregels:
- het indienen van een exploot van dagvaarding kan slechts geschieden op een vanwege de gerechten aangegeven wijze;
- het systeem dat gebruikt wordt bij het indienen van een exploot van dagvaarding moet voldoen aan eisen van betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid;
- bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat aan de verplichting om aan bepaalde eisen van betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid te voldoen slechts wordt voldaan indien die eisen beantwoorden aan een door de Minister van Veiligheid en Justitie gestelde norm.
Inwerkingtreding 1 juli 2012.