Wet van 24-10-2011, Stb. 2013, 414
Wet tot wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek inzake curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen en mentorschap ten behoeve van meerderjarigen en enige andere bepalingen (Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap)
—Een belangrijke aanleiding voor deze wet is het faillissement van een beschermingsbewindvoerder geweest, waardoor de noodzaak is gebleken voor aanvullende wettelijke kwaliteitseisen van zogenoemde professionele bewindvoerders. De wetswijziging heeft als doel ervoor te zorgen dat mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn voldoende toegang hebben tot curatele, beschermingsbewind en mentorschap en dat deze instrumenten zodanig functioneren dat de mensen die vertegenwoordigd worden adequaat worden beschermd. Bij de wijziging staan de volgende uitgangspunten voorop:
- de maatregel is passend en bevordert, waar mogelijk, de zelfredzaamheid van de betrokkene;
- de betrokkenheid van personen in de nabije omgeving wordt ondersteund;
- de kwaliteit van wettelijke vertegenwoordigers wordt gewaarborgd;
- de wet reflecteert de bestaande praktijk;
- de regels omtrent curatele, bewind en mentorschap worden gestroomlijnd en afgebakend.
Het uitgangspunt dat een maatregel passend is en niet verder ingrijpt dan noodzakelijk heeft in de eerste plaats geleid tot wijziging van de gronden van curatele en beschermingsbewind. Voorts vergroot de wet de invloed van personen uit de nabije omgeving op de beschermingsmaatregel en voorziet in de mogelijkheid van benoeming van rechtspersonen tot curator en mentor. Naast het bestaande voorschrift aangaande de geschiktheid van de mentor wordt geregeld dat de rechter zich ook een oordeel vormt over de geschiktheid van curatoren en bewindvoerders. Ook aan curatoren en mentoren zullen kwaliteitseisen worden gesteld, er zijn bepalingen opgenomen aangaande de benoeming van twee curatoren, mentoren of bewindvoerders en er worden bindende regels gesteld voor de beloning. Dit zijn slechts enkele van de in de wet neergelegde maatregelen.
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit Stb. 2013, 435
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van onderdelen van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap (Stb. 2013, 414)
—De Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap treedt op 1 januari 2014 in werking, met uitzondering van:
- artikel I, onderdeel C, onder 2, onderdeel E, onder 2, zevende tot en met negende lid van artikel 383, onderdeel G, onder 1, vierde en zesde zin van het eerste lid van artikel 386, onderdelen K en L, onderdeel P, zevende tot en met negende lid van artikel 435, onderdeel U, onder 2, onderdeel W, onderdeel AA, onder 3, onderdeel BB, tweede lid van artikel 459 en onderdeel CC;
- artikel III;
- artikel V.
Inwerkingtredingsbesluit van 13-02-2014, Stb. 2014, 85
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige onderdelen van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap (Stb. 2013, 414)
—Artikel I, onderdeel E, onder 2, zevende tot en met negende lid, van artikel 383, onderdeel P, zevende tot en met negende lid van artikel 435 en onderdeel AA, onder 3, artikel III en artikel V van de wet treden in werking met ingang van 1 april 2014. Dit zijn de onderdelen die betrekking hebben op de kwaliteitseisen voor curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren. Op grond van artikel 1:383/435/452, zevende lid, BW dienen curatoren, bewindvoerders en mentoren die drie of meer personen onder hun hoede hebben, aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen kwaliteitseisen te voldoen. De betreffende algemene maatregel van bestuur is het Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren (Stb. 2014, 46). Dit besluit treedt ook in werking met ingang van 1 april 2014. Een curator, bewindvoerder of mentor die op of na 1 april 2014 wordt benoemd, dient tevoren een eigen verklaring te overleggen dat hij aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet. Curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren die vóór 1 april 2014 zijn benoemd, hebben tot twee jaar de gelegenheid om aan de kwaliteitseisen te voldoen (artikel V). De eigen verklaring bestaat in dat geval uit een verklaring aan welke eisen wel en niet is voldaan. Deze verklaring kan vanaf 1 april 2014 worden overgelegd.
Inwerkingtredingsbesluit van 07-03-2014, Stb. 2014, 107
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige onderdelen van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap (Stb. 2013, 414)
—Artikel I, onderdeel G, onder 1, vierde zin van het eerste lid van artikel 386, onderdeel U, onder 2, en onderdeel BB, tweede lid van artikel 459, van deze wet treedt in werking met ingang van 1 april 2014.
Kamerstukken
- TK 2011/12, 33 054, nr. 1
- TK 2011/12, 33 054, nr. 2
- TK 2011/12, 33 054, nr. 3
- TK 2011/12, 33 054, nr. 4
- TK 2011/12, 33 054, nr. 5
- TK 2011/12, 33 054, nr. 6
- TK 2011/12, 33 054, nr. 7
- TK 2012/13, 33 054, nr. 8
- TK 2012/13, 33 054, nr. 9
- TK 2012/13, 33 054, nr. 18
- EK 2012/13, 33 054, nr. A
- EK 2012/13, 33 054, nr. B