Wet van 17-04-2024, Stb. 2024, 95

Wet houdende wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

—Met deze wet wordt de gaswinning uit het Groningenveld definitief beëindigd per 1 oktober 2024. Hiervoor worden de Gaswet en de Mijnbouwwet gewijzigd. Bij aanvang van het gasjaar 2024-'25 treedt een verbod op de gaswinning uit het Groningenveld in werking. Hiermee wil de regering meer duidelijkheid en zekerheid geven over het definitieve einde van de gaswinning.

Ook wordt de huidige sturings- en besluitvormingsprocedure voor de inzet van het Groningenveld aangepast. De bepalingen die zien op het proces voor de jaarlijkse besluitvorming over de inzet van het Groningenveld worden geschrapt. In plaats daarvan wordt vastgelegd welke verplichtingen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) als vergunninghouder na sluiting nog heeft ten aanzien van het Groningenveld. Deze verplichtingen bestaan uit een zorgplicht en verplichtingen op het gebied van monitoring van de seismische activiteit.

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met uitzondering van artikel II, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, zijnde 19 april 2024.

Inwerkingtredingsbesluit van 25-04-2024, Stb. 2024, 114

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 17 april 2024, houdende wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

—De Wet van 17 april 2024, houdende wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld (Stb. 2024, 95) met uitzondering van artikel II, onderdeel F, en artikel II, onderdeel H, ten aanzien van artikel 52g, tweede tot en met zesde lid, van de Mijnbouwwet, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, zijnde 1 mei 2024. Het tweede tot en met zesde lid van het in artikel II, onderdeel H, opgenomen artikel 52g van de Mijnbouwwet, kunnen pas in werking treden als de ministeriële regeling en de algemene maatregel van bestuur die in respectievelijk het vijfde en zesde lid worden genoemd gereed zijn en ook in werking kunnen treden. Voor de inwerkingtreding van dit onderdeel zal op een later moment nog een afzonderlijk inwerkingtredingsbesluit worden opgesteld.

Kamerstukken