Wet van 28-02-2013, Stb. 2013, 102 en inwerkingtredingsbesluit van 13-03-2013, Stb. 2013, 103

Wet houdende regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

—Deze wet strekt tot oprichting van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). In de ACM zullen Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) en Consumentenautoriteit (CA) samengaan. Doel van de oprichting van de ACM is vergroting van de effectiviteit en de efficientie van het markttoezicht in Nederland. De compacte en slagvaardige Autoriteit Consument en Markt kan flexibel en integraal inspelen op nieuwe ontwikkelingen zoals internationalisering, technologische ontwikkelingen en veranderde markten en marktontwikkelingen. Binnen de ACM kan gemakkelijker gebruik worden gemaakt van beschikbare expertise, kennis en informatie, hetgeen de kwaliteit van het toezicht ten goede komt. Oprichting van de ACM zal leiden tot besparingen. Tot slot kan de oprichting van de ACM op termijn leiden tot een vermindering van de regeldruk. De wet heeft betrekking op markttoezicht op de niet-financiële markten (markttoezicht). Het betreft drie typen van markttoezicht die tot doel hebben om markten goed te laten werken en die een sterke samenhang kennen: mededingingstoezicht, sectorspecifiek markttoezicht en consumentenbescherming. Deze drie typen van markttoezicht, die worden uitgevoerd door de NMa, OPTA en CA, worden met deze wet het taakgebied van de ACM. Het mededingingstoezicht strekt zich overigens uit tot álle markten, dus niet alleen tot de nietfinanciële markten maar ook tot de financiële. Met de instelling van de ACM houden NMa, OPTA en CA op te bestaan. De wettelijke taken van deze instanties gaan over naar de ACM. De wet laat in beginsel de wettelijke taken, bevoegdheden en procedures onveranderd. Een vereenvoudiging en stroomlijning van wettelijke taken, bevoegdheden en procedures, die zullen leiden tot een effectievere en efficiëntere uitvoering van het markttoezicht, wordt in een separaat wetsvoorstel geregeld. In uitzondering op het uitgangspunt dat deze wet de wettelijke taken en bevoegdheden onveranderd laat, bevat de wet drie wijzigingen ten aanzien van het instrumentarium op het gebied van consumentenbescherming. Het introduceert een bindende aanwijzingsbevoegdheid en de mogelijkheid aanvullende eisen te stellen aan een last onder dwangsom. Daarnaast wordt het boeteregime geüniformeerd zodat er één maximale boete ontstaat voor overtredingen van bestuursrechtelijk te handhaven bepalingen op het gebied van consumentenbescherming.

Inwerkingtreding met ingang van 1 april 2013 met uitzondering van artikel 23, onderdeel C, wat betreft het vervallen van artikel 5l, artikel 24, onderdeel B, wat betreft de wijziging van artikel 39, en onderdeel E, eerste lid, en artikel 28.
 

Inwerkingtreding

Inwerkingtredingsbesluit van 01-03-2014, Stb. 2014, 101

Besluit houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 28 van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt (Stb. 2013, 102)

—Artikel 28 treedt op 15 maart 2014 in werking. Artikel 28 was beoogd om met ingang van 1 januari 2014 in werking te treden. Abusievelijk was de inwerkingtreding van het betreffende artikel niet geregeld. Dit koninklijk besluit dient om alsnog in de inwerkingtreding te voorzien.
 

Kamerstukken