Wet van 30-09-2020, Stb. 2020, 389

Wet tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek teneinde te voorzien in een adviesrecht voor gemeenten bij de procedure rond beschermingsbewind wegens problematische schulden

—Het kabinet streeft ernaar mensen met schulden beter te helpen en het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen. In dit licht is in het regeerakkoord opgenomen dat gemeenten een adviesrecht krijgen in de gerechtelijke procedure rondom beschermingsbewind wegens problematische schulden. Deze wet geeft hieraan uitvoering. De wet is een van de acties in een breder palet maatregelen om de schuldenproblematiek aan te pakken. Ook wil het kabinet via programmatische afspraken met gemeenten een vernieuwende schuldenaanpak en verbeterd schuldhulpverleningstraject opzetten.

Sinds de inwerkingtreding van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap op 1 januari 2014 kan beschermingsbewind ook worden ingesteld wegens ‘het hebben van problematische schulden’ (schuldenbewind). De Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap is in 2018 geëvalueerd. Eén van de uitkomsten op het gebied van het schuldenbewind is dat rechters dergelijke bewinden vooral instellen als zij verwachten dat de betrokkene tijdelijk dient te worden beschermd. Niettemin menen door de onderzoekers ondervraagde respondenten dat schuldenbewinden te lang voortduren. Teneinde de beoogde tijdelijkheid van schuldenbewind te benadrukken en de tijdige uitstroom uit schuldenbewinden te bespoedigen, regelt de wet dat schuldenbewinden uitsluitend voor bepaalde tijd kunnen worden ingesteld. Op deze manier wordt eraan bijgedragen dat een schuldenbewind niet langer duurt dan noodzakelijk is en wordt het belang van maatwerk benadrukt.

Gemeenten zijn op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening verantwoordelijk voor het bieden van passende ondersteuning bij schulden aan hun inwoners. Gemeenten zijn op dit moment vaak niet op de hoogte van verzoeken tot instelling van beschermingsbewind wegens problematische schulden. Zij ervaren dit als problematisch. De wet beoogt gemeenten in staat te stellen hun regierol bij schuldhulpverlening beter te vervullen en bij te dragen aan de samenwerking tussen gemeenten, rechtbanken en beschermingsbewindvoerders. Dit wordt bewerkstelligd doordat de gemeente in de gevallen waarin beschermingsbewind is ingesteld en sprake is van problematische schulden het recht krijgt advies uit te brengen. Daartoe ontvangt de gemeente de boedelbeschrijving en het plan van aanpak van de beschermingsbewindvoerder. Op deze manier kan de gemeente bijvoorbeeld de betrokkene (ook) aanbieden op andere wijze ondersteuning te geven en de rechter daarvan door middel van het advies in kennis stellen. Daarnaast biedt de wet de rechter de mogelijkheid om alternatieve vormen van ondersteuning af te wegen bij de ontvangst van de boedelbeschrijving van de beschermingsbewindvoerder, teneinde de meest passende vorm van ondersteuning te vinden.

Om recht te doen aan de verschillende invulling die gemeenten aan de aanpak van schuldenproblematiek geven en te borgen dat zo min mogelijk persoonsgegevens worden verwerkt (gegevensminimalisering), kent de wet gemeenten alleen adviesrecht toe wanneer zij de rechtbank ervan op de hoogte hebben gesteld voor hun inwoners gebruik te willen maken van het adviesrecht (‘opt-in’).

Inwerkingtreding

Wet van 15-10-2020, Stb. 2020, 406

Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 30 september 2020, tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek teneinde te voorzien in een adviesrecht voor gemeenten bij de procedure rond beschermingsbewind wegens problematische schulden (Stb. 2020, 389)

—De wet treedt in werking met ingang van 01-01-2020.

Kamerstukken