Momenteel is het mogelijk met behoud van de WW-uitkering zogenoemd ‘traditioneel vrijwilligerswerk’ te verrichten. Hieronder wordt verstaan: onverplichte activiteiten die doorgaans een aanvullend karakter hebben binnen een organisatie die een ideële doelstelling heeft of een maatschappelijk nut nastreeft. De te verrichten activiteiten worden niet beloond en worden normaal gesproken niet door betaalde werknemers verricht. De niet-betaalde werkzaamheden gelden in het maatschappelijk verkeer niet als activiteiten waarvoor beloning mag worden verwacht.

Het UWV baseert zich bij de beoordeling of het verrichten van vrijwilligerswerk met behoud van WW-uitkering mogelijk is op het Besluit niet-betaalde werkzaamheden WW-gerechtigden uit 1998. Dit besluit is gebaseerd op jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep. Op grond van deze regels stelt het UWV onder meer vast of er sprake is van werkzaamheden waarvoor in het economisch verkeer beloning mag worden verwacht. Dit wordt op zo’n wijze ingevuld dat wanneer bij dezelfde organisatie of elders in Nederland werkzaamheden betaald worden verricht, soortgelijke functies in dezelfde constructie nergens als vrijwilligerswerk kunnen worden beschouwd.

De beoordeling of het mogelijk is met behoud van WW-uitkering vrijwilligerswerk te verrichten is complex. Zowel organisatorische factoren als de werkzaamheden zelf zijn daarbij van belang. Veelal is het antwoord op de vraag of in het economisch verkeer beloning voor de werkzaamheden mag worden verwacht, doorslaggevend. Bij uitkeringsgerechtigden en organisaties leiden afwijzingen om met behoud van WW-uitkering activiteiten te mogen doen tot onbegrip en teleurstelling. Ze herkennen niet dat de inzet van onbetaalde krachten als verdringing van betaalde arbeid wordt aangemerkt. Volgens de huidige regels is sprake van verdringing van betaalde arbeid, wanneer de betreffende activiteiten ergens in Nederland tot een betaalde functie behoren. Het gaat dan immers niet om gebruikelijk onbetaalde werkzaamheden.

Het voorstel van de minister is dit niet langer door het UWV op landelijk niveau te laten toetsen, maar op het niveau van de desbetreffende organisatie. Hiermee wil zij voorkomen dat de uitzondering de regel wordt. Concreet betekent dit dat het onder meer moet gaan om werkzaamheden waarvoor binnen dezelfde organisatie niet wordt betaald, waarvoor geen vacatures open staan en dat het gaat om activiteiten die al geruime tijd niet meer betaald worden binnen die organisatie. Bij de uitwerking van de verruiming zal scherp in het oog worden gehouden dat met het vrijwilligerswerk geen economisch voordeel beoogd wordt door de organisatie of begunstigde.

Laatste nieuws