Hoewel het afnemen van vingerafdrukken en het bewaren hiervan in het paspoort een aantasting vormen van de rechten op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens, zijn deze maatregelen niettemin gerechtvaardigd om elk frauduleus gebruik van paspoorten te voorkomen. Dat bepaalde het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn arrest van 17 oktober 2013 (zaak C-291/12, Michael Schwarz vs. Stadt Bochum).
In Verordening (EG) nr. 2252/2004 van de Raad van 13 december 2004 betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in door de lidstaten afgegeven paspoorten en reisdocumenten wordt bepaald dat paspoorten een opslagmedium bevatten dat aan de hoogste veiligheidseisen voldoet en dat, naast een gezichtsopname, ook twee vingerafdrukken bevat. Deze vingerafdrukken mogen alleen worden gebruikt voor het verifiëren van de authenticiteit van het paspoort en de identiteit van de houder ervan.
De heer Schwarz verzocht aan de stad Bochum (Duitsland) om afgifte van een paspoort, waarbij hij weigerde zijn vingerafdrukken te laten afnemen. Aangezien deze stad zijn verzoek afwees, heeft Schwarz beroep ingesteld bij het Verwaltungsgericht Gelsenkirchen (administratief gerechtshof te Gelsenkirchen, Duitsland) waarbij hij vordert dat de stad Bochum wordt bevolen hem een paspoort af te geven zonder afname van zijn vingerafdrukken.
Binnen deze context wenste het administratief gerechtshof te vernemen of de verordening, voor zover daarbij de aanvrager van een paspoort wordt verplicht zijn vingerafdrukken af te staan, en wordt bepaald dat deze moeten worden bewaard in het paspoort, geldig is, met name gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.
Afname vingerafdrukken
Bij het genoemde arrest beantwoordt het Hof deze vraag bevestigend. Hoewel het afnemen van vingerafdrukken en bewaren hiervan in het paspoort een aantasting vormen van de rechten op eerbiediging van het privéleven en op bescherming van persoonsgegevens, zijn deze maatregelen in ieder geval gerechtvaardigd door het doel om paspoorten te beschermen tegen elk frauduleus gebruik ervan.
Het Hof stelt op dit punt vast dat de bestreden maatregelen met name de doelstelling van algemeen belang nastreven om de illegale binnenkomst van personen in de Europese Unie te beletten. Daartoe beogen deze maatregelen paspoortvervalsing en frauduleus gebruik van paspoorten te voorkomen.
Om te beginnen is uit de ter beschikking gestelde gegevens niet gebleken en is overigens ook niet gesteld, dat deze maatregelen de wezenlijke inhoud van bovengenoemde fundamentele rechten niet eerbiedigen.
Vervolgens stelt het Hof vast dat de bestreden maatregelen passend zijn om de doelstelling van bescherming van paspoorten tegen frauduleus gebruik te verwezenlijken, doordat zij het risico dat de binnenkomst op het grondgebied van de Europese Unie ten onrechte wordt toegestaan aan niet-geautoriseerde personen, aanzienlijk verminderen. Ten slotte gaan de bestreden maatregelen niet verder dan voor het verwezenlijken van dat doel noodzakelijk is.
Wat het afnemen van vingerafdrukken betreft, is aan het Hof immers geen enkele maatregel ter kennis gebracht die voldoende doeltreffend zou zijn en tevens een minder ingrijpende aantasting zou vormen. Het Hof merkt met name op dat het stadium van technische ontwikkeling van de methode die is gebaseerd op irisherkenning, niet het niveau heeft van de op vingerafdrukken gebaseerde methode, en dat de methode van irisherkenning op dit moment, vanwege de veel hogere kosten ervan, minder geschikt is voor algemeen gebruik.
Centrale opslag niet toegestaan
Aangaande de verwerking van vingerafdrukken, stelt het Hof vast dat vingerafdrukken een bijzondere rol vervullen op het gebied van de identificatie van personen in het algemeen. Zo maakt de vergelijking van de op een bepaalde plaats afgenomen vingerafdrukken met die welke worden bewaard in een database het mogelijk om, hetzij in het kader van een crimineel onderzoek, hetzij
met het oog op de uitoefening van indirect toezicht op een bepaalde persoon, de aanwezigheid van deze persoon op deze plaats vast te stellen.
Het Hof wijst er evenwel op dat de verordening uitdrukkelijk preciseert dat vingerafdrukken alleen mogen worden gebruikt voor het verifiëren van de authenticiteit van het paspoort en de identiteit van de houder ervan. Bovendien bepaalt de verordening dat vingerafdrukken enkel mogen worden bewaard in het paspoort zelf, dat exclusief in het bezit blijft van de houder ervan. Aangezien voornoemde verordening niet voorziet in een andere vorm, noch in een ander middel van bewaring van deze afdrukken, kan deze niet aldus worden uitgelegd dat zij, als zodanig, een rechtsgrondslag biedt voor een eventuele centralisatie van verzamelde gegevens, of voor het gebruik van deze gegevens voor andere doeleinden dan dat van voorkoming van de illegale binnenkomst van personen op het grondgebied van de Unie.
Bron: Hof van Justitie EU, Perscommuniqué 135/13