De zorgen van de groep rechters die in november 2015 aan de bel trok middels een opiniestuk in het NJB, blijken breed gedeeld te worden onder rechters in Nederland.
Op initiatief van een groep rechters van de rechtbank Midden-Nederland verscheen op 20 november 2015 de bijdrage ‘Tegenlicht, de rechterlijke organisatie tegen het licht’ in het NJB (NJB 2015/2005, afl. 40). Daarin gaven zij uiting aan hun zorgen over de ontwikkelingen in de rechtspraak. Vervolgens is dit opiniestuk in de vorm van een enquête aan de (± 2.450) rechters en raadsheren in Nederland aangeboden, waarop 852 reacties binnenkwamen. De initiatiefnemers menen op grond van de uitkomsten te mogen concluderen dat hun zorgen breed worden gedeeld.
Uitkomsten
Bijna 89% van de respondenten maakt zich zorgen over de kwaliteit van de rechtspraak en vindt dat de focus te sterk ligt op de bedrijfsvoering. Een bijna even groot aandeel maakt zich zorgen over het proces van steeds verdergaande schaalvergroting dat binnen de rechtspraak gaande is en wil dat eerst de evaluatie van de herziening van de gerechtelijke kaart – die in 2018 zal worden gehouden – wordt afgewacht voordat verdere stappen worden gezet. Iets meer dan 90% van de deelnemers aan de enquete gaf aan zich eveneens zorgen te maken over het Meerjarenplan ter uitvoering van de bezuinigsopdracht. De zorgen over de afstand tussen de rechters en de Raad, het gebrek aan consultatie en transparantie waarvan de initiaitefnemers blijk gaven, worden eveneens gedeeld door ruim 90% van de respondenten. En bijna 94% gaf aan de zorgen over de digitaliseringsslag die de auteurs van het artikel aangaven te hebben, te delen.
Bijna eenderde van de invullers van de enquete gaf – desgevraagd – aan dat de zorgen over het onder druk staan van de kwaliteit van de rechtspraak en de in verhouding te sterke focus op de bedrijfsvoering naar hun mening de hoogste priotiteit hebben.