Om de inzetbaarheid van de krijgsmacht te garanderen is een aantal wettelijke maatregelen getroffen. Die wettelijke maatregelen houden ook beperkingen in voor de uitoefening van de grondrechten van militairen. Militairen leveren op grond van die wettelijke maatregelen tevens in op de autonomie van hun eigen maatschappelijke en arbeidsrechtelijke positie.

Er wordt een beschrijving gegeven van de belangrijkste wettelijke maatregelen. De verplichting om de opgedragen taken uit te voeren is door de wetgever zo wezenlijk geacht, dat er in de Wet militair tuchtrecht en het Wetboek van Militair Strafrecht aanvullende regels zijn vastgelegd die het ongestoorde functioneren van de krijgsmacht waarborgen. Het militair tuchtrecht onderscheidt daartoe gedragingen tegen de orde, gedragingen tegen de geheimhoudingsplicht, gedragingen tegen het dienstbevel en gedragingen die het functioneren van de krijgsmacht belemmeren

Daarnaast wordt bij oefenen en werkelijke inzet de Arbeidstijdenwet buiten werking gesteld en gelden er beperkingen op het gebied van arbeidsomstandigheden. Ook is het militairen verboden deel te nemen aan stakingen. De verplichting voor de militair om de aan hem opgedragen taken te vervullen krijgt extra gewicht door de strafbaarstelling in het militair strafrecht. Zodra een militair wordt aangewezen om gedurende kortere of langere tijd een operationele missie in het buitenland te vervullen, is hij verplicht om aan deze oproep gehoor te geven. Wanneer een voor uitzending aangewezen militair niet verschijnt op het moment dat hij behoort te vertrekken naar het inzetgebied, maakt hij zich schuldig aan een strafbaar feit.

Het is voor een militair niet mogelijk zich aan een oproep te onttrekken door een verzoek tot ontslag in te dienen. Dit verzoek zal derhalve worden afgewezen. De verplichting om aan opgedragen taken invulling te geven wordt op deze wijze door zowel strafrechtelijke als arbeidsrechtelijke instrumenten gewaarborgd.

Laatste nieuws