Het Gerechtshof Den Haag heeft vandaag in kort geding uitspraak gedaan in een procedure van een levenslanggestrafte, die inmiddels bijna 24 jaar gevangen zit. Hij maakt aanspraak op extra voorzieningen, zoals trainingen, waarmee hij wil  laten zien dat hij op enige termijn weer kan deelnemen aan het maatschappelijk leven.

Achtergrond van deze zaak is het voortschrijdende inzicht over de positie van de levenslanggestrafte, zoals blijkt uit uitspraken van de Europese rechter in Straatsburg (het EHRM) en de Hoge Raad. De Nederlandse Staat is op grond van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) verplicht om een levenslanggestrafte een reële mogelijkheid tot herbeoordeling van zijn straf te geven. Of dit uiteindelijk leidt tot een verkorting van de straf  is een andere vraag. Daar gaat dit kort geding niet over.

Het Haagse hof heeft vandaag beslist dat de Staat een resocialisatieplan moet opstellen zodat de levenslanggestrafte kan deelnemen aan resocialisatieactiviteiten. Zo krijgt hij een kans om te werken aan zijn rehabilitatie. Over de manier waarop dit moet gebeuren beslist de Staat. Met de uitspraak van het hof is geen beslissing genomen over een eventueel (tijdelijk) verlof of gratie/herbeoordeling van de straf. Hiervoor zijn andere procedures.

 

 

Bron: www.rechtspraak.nl

Laatste nieuws