Het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) van de Rechtspraak heeft ingestemd met een leidraad op het gebied van tolken en vertalen in strafzaken. Met deze op 29 januari gepubliceerde ‘Best practice vertolking en vertaling strafrechtspraak’ wil de koepel van strafrechters handvatten bieden aan iedereen die tijdens een strafproces met vertolking en vertaling te maken heeft.
Ontwikkelingen in (Europese) wet- en regelgeving op het gebied van de vertolking en vertaling in strafzaken en het artikel ‘De minachting voor de gerechtstolk’ van dhr. A.P. Jacobs in het Nederlands Juristenblad (NJB 2015/207, afl. 4, p. 256 e.v., ook te vinden op njb.nl/blog) hebben het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht van de rechtbanken en gerechtshoven (LOVS) in 2015 aanleiding gegeven de mogelijkheden te onderzoeken om te komen tot een best practice voor (het werken met) tolken en vertalers in het strafproces.
Rollen en verantwoordelijkheden
In de best practice wordt aandacht besteed aan zowel de rol en verantwoordelijkheden van de tolk/vertaler als die van de rechter en andere deelnemers aan het strafproces. Ook wordt aandacht gevestigd op dat wat een tolk/vertaler nodig heeft om zijn of haar werkzaamheden naar behoren te kunnen verrichten. Met de best practice wordt beoogd bij te dragen aan bewustwording bij alle betrokkenen binnen het strafproces en verbetering van de kwaliteit van het strafproces. Er wordt uitdrukkelijk niet beoogd uitputtend of dwingend te zijn. Puntsgewijs staat beschreven wat bijvoorbeeld een rechter of bode kan doen om een tolk of vertaler te ondersteunen bij zijn werkzaamheden. Maar ook welke verantwoordelijkheden de tolk/vertaler zelf draagt. Zo staat omschreven of er één of meerdere tolken moeten worden opgeroepen als een zaak lang en complex is, welke informatie tolken voor aanvang van de zitting tot hun beschikking moeten hebben, en dat een tolk of vertaler een dienst moet weigeren als hij vindt dat hij er om wat voor reden dan ook niet geschikt voor is. Dit is slechts een greep uit de tientallen tips die in de best practice worden gegeven.
De best practice is tot stand gekomen in samenwerking met de gerechten, het Openbaar Ministerie, De Nederlandse Orde van Advocaten, het Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers, het Kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers, de Stichting Instituut van Gerechtstolken en -Vertalers (SIGV), het Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers (NGTV), de SIGV-vereniging en verschillende beëdigde tolken en vertalers en is te vinden en te downloaden op www.rechtspraak.nl.