Met behulp van de prejudiciële procedure wordt het EU-Hof in toenemende mate gevraagd om uitleg van het Handvest op de grondrechten van de EU in de context van de strafvordering.
In deze cursus van de Bijzonder Strafrecht Academie wordt, aan de hand van (onder meer) de arresten Prokuratuur en Landeck, de gevolgen van de rechtspraak van het EU-Hof voor het opsporingsonderzoek besproken.
De cursus is als volgt opgebouwd:
• Waarom is het EU-recht in toenemende mate relevant voor het strafproces?
• Wat is het toetsingskader van het EU-Hof bij zijn uitleg van het EU-recht?
• Wat is de rode draad in de arresten van het EU-Hof ten aanzien van opsporingsbevoegdheden?
• Wat zijn de gevolgen van de arresten Prokuratuur en Landeck voor het opsporingsonderzoek?
Docenten
- Karel van Horssen, Wetgevingsjurist straf- en sanctierecht bij de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Min. JenV.
- Jurian Langer, ‘agent’ (procesgemachtigde) voor de Nederlandse regering in procedures bij het EU-Hof en hoofd van het Hofcluster bij het Min. BZ. Hij is ook bijzonder hoogleraar Europees recht en de nationale rechtsorde aan de RUG.