Het onderwerp van het jaarcongres van de Nederlandse Juristen Vereniging (NJV) luidt dit jaar: ‘Vertrouwen is goed, controle is beter?’

Het recht veronderstelt van oudsher vertrouwen. De goede trouw is een civielrechtelijke norm, de vertrouwensregel is de basis van ons parlementair stelsel en het gematigd inquisitoire stelsel binnen het strafrecht stelt groot vertrouwen in rechter en openbaar ministerie. Ondertussen loopt het maatschappelijk vertrouwen in instituties en in regels terug. Dit heeft ook zijn weerslag op het recht. Onafhankelijke toezichthouders schieten als paddenstoelen uit de grond en burgers worden door de overheid intensief gecontroleerd bij aanspraak op voorzieningen. Bedrijven moeten steeds vaker met accountantsverklaringen of onafhankelijke audits aantonen dat zij aan de normen voldoen, in plaats van dat dat wordt verondersteld. In het parlement is de vertrouwensvraag de laatste jaren heel vaak aan de orde geweest, waarbij de staatsrechtelijke kaders onder druk staan. Binnen het strafrechtelijk domein wordt steeds vaker een rechterlijke toets vereist of het oordeel van een toezichthouder gevraagd, daar waar voorheen vertrouwen werd gesteld in het magistratelijke openbaar ministerie. Langzamerhand lijkt het erop dat het vertrekpunt van redeneren niet langer vertrouwen is, maar controle is geworden.

Op het jaarcongres zal de vraag centraal staan wat het effect van deze maatschappelijke ontwikkelingen op het rechtsbestel is. Dat gebeurt aan de hand van een overkoepelend preadvies vanuit een bestuurskundige invalshoek en in drie juridische preadviezen die zich richten op het civiele recht, het strafrecht en het staatsrecht. De preadviseurs zijn: Hansko Broeksteeg, Lisanne Groen, Maarten Haage, Alex Harteveld, Steven Hijink, Rolf Hoving en Stavros Zouridis.