De Universiteit Leiden en de Open Universiteit organiseren een studiemiddag over Big Tech: ‘De invloed van technologische ontwikkelingen & de macht van ‘Big Tech’ op het nationale recht: een wisselwerking tussen regels van nationale oorsprong & Europese richtlijnen en verordeningen’.
Europa richt zich onder meer op de aanpak van de macht van Big Tech bedrijven, zoals Apple en Meta. Als gevolg van onder meer netwerkeffecten is de macht van dergelijke grote bedrijven immens. Een belangrijke verordening op dit terrein is de Digital Markets Act die aan poortwachters, zoals Apple en Meta, verscheidene verplichtingen (‘do’s en dont’s’) oplegt. Hoe verhouden deze ‘nieuwe’ regels zich tot het bestaande mededingingsrecht? Welke invloed hebben de regels uit de Digital Markets Act op de positie van de consument? Wat is de wisselwerking tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke regels om Big Tech het hoofd te bieden? Aangezien in veel gevallen digitale diensten en producten ook een verwerking van persoonsgegevens met zich meebrengen dringt ook de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zich op en loopt als het ware door allerlei wetgevingsinitiatieven heen of daarmee in de pas. Er ontstaat een lappendeken aan toepasselijke regels, nu ook nog het recht van nationale oorsprong van de lidstaten relevant kan blijven. Hoe verhouden deze regels zich tot elkaar en voor welke uitdagingen staan wij om de toepasselijke regels in de digitale samenleving te doorgronden? Hoe bieden wij in het web van al deze regels het hoofd aan de macht van Big Tech? Welk type regelgeving is nodig en welke vormen van handhaving zijn het meest passend? Moet of kan het anders, en wat is de rol van ons als wetenschappers, mede met het oog op de verhouding tussen publiek- en privaatrecht?