Stb. 2015, 409 Verdrag ter bestrijding van geweld tegen vrouwen
Wet van 24-06-2015, Stb. 2015, 409
Rijkswet tot goedkeuring van het op 11 mei 2011 te Istanboel tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Trb. 2012, 233)
—Het Verdrag heeft, zoals blijkt uit artikel 1, de volgende doelstellingen:
- vrouwen beschermen tegen alle vormen van geweld evenals geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld voorkomen, vervolgen en uitbannen;
- bijdragen aan de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen en wezenlijke gelijkheid van vrouwen en mannen bevorderen, mede door de eigen kracht van vrouwen te versterken;
- een allesomvattend kader opzetten met beleid en maatregelen ter bescherming en ondersteuning van alle slachtoffers van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld;
- internationale samenwerking bevorderen teneinde geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen;
- ondersteuning en bijstand bieden aan organisaties en rechtshandhavende instanties teneinde effectief samen te werken ten behoeve van het aannemen van een integrale aanpak om geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld uit te bannen.
De meeste uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen stemmen overeen met het Nederlandse beleid ten aanzien van de aanpak van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld en de voorzieningen die daartoe in Nederland zijn getroffen. Ook in de verplichtingen bepaalde gedragingen strafbaar te stellen, ruime extra-territoriale rechtsmacht te vestigen en afdoende verjaringstermijnen te waarborgen wordt voorzien in de huidige Nederlandse wetgeving.
Slechts op een beperkt aantal punten moeten het Nederlandse Wetboek van Strafrecht en de Uitleveringswet worden aangepast. In een afzonderlijke wet tot uitvoering van het Verdrag worden deze aanpassingen geregeld. De wet tot uitvoering van het Verdrag treedt gelijktijdig met deze rijkswet in werking.
Inwerkingtreding m.i.v. 17-11-2015.