Stb. 2006, 550 Goederenvervoer per spoor
Wet van 2-11-2006, Stb. 550 en inwerkingsbesluit van 4-11-2006, Stb. 2006 551
Wet tot vaststelling en invoering titel 8.18 (overeenkomst van goederenvervoer over spoorwegen) van het Burgerlijk Wetboek.
Het Algemeen Reglement Vervoer (ARV) uit 1966 wordt vervangen. Hierin zijn de regels neergelegd betreffende de overeenkomst van nationaal goederenvervoer over de spoorwegen op grond van art. 116 Spoorwegwet. Dit ARV is sterk verouderd en niet meer bruikbaar voor de praktijk. De railgoederenvervoersector is inmiddels vergaand geliberaliseerd en had dringend behoefte aan een gemoderniseerde wettelijke regeling. De nieuwe regeling zoals die wordt voorgesteld, sluit aan bij het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), dat bij het Protocol van 3 juni te Vilnius is aangepast (zie Trb. 2000,70 en 2002, 25).
Het belangrijkste deel van de aangenomen wet betreft het invoegen van een nieuwe titel 18 in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek. Deze titel sluit nauw aan bij aanhangsel B van genoemd Protocol, houdende de Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegvervoer van goederen (CIM). De verhouding tussen de beheerder van de spoorweginfrastructuur en de vervoerder van personen of goederen die van deze infrastructuur gebruik maakt, zoals geregeld in de Uniforme Regelen betreffende de overeenkomst inzake het gebruik van de infrastructuur bij internationaal spoorwegvervoer (CUI) betreft een publiekrechtelijke materie, die niet thuishoort in het privaatrechtelijke vervoerrecht van Boek 8, BW. Dit geldt ook voor de privaatrechtelijke regels betreffende aansprakelijkheid tussen vervoerder en beheerder van de infrastructuur onderling, respectievelijk hun verhouding tot hun wederzijdse hulppersonen. In beide gevallen ligt het meer voor de hand dit in de Spoorwegwet te regelen.
Inwerkingtreding 1-12-2006.