Stb 2018, 409 Bekostiging financieel toezicht
Wet van 17-10-2018, Stb. 2018, 409
Wet houdende regels met betrekking tot de begroting en verantwoording van de kosten van het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandsche Bank en de financiering van de toezichtkosten (Wet bekostiging financieel toezicht 2019)
—Met deze wet wordt de Wet bekostiging financieel toezicht (Wbft) vervangen. De aanleiding hiervoor is de vijfjaarlijkse evaluatie van de kostenverdeling over de onder toezicht staande personen. Deze evaluatie heeft in 2017 plaatsgevonden, met als uitkomst dat de kostenverdeling aanpassing behoeft. Tevens is gebleken dat de huidige wet onvoldoende beantwoordt aan de behoefte van toezichthouders en ondertoezichtstaanden om noodzakelijke wijzigingen tijdig door te voeren. De Wbft regelt in detail de heffingen voor zowel de eenmalige handelingen als voor het doorlopend toezicht. De toezichthouders hebben in de afgelopen jaren nieuwe taken gekregen die wijziging van de Wbft noodzakelijk maakten. Dit heeft tot vele wijzigingen geleid en vanwege de doorlooptijd van een wetswijziging van gemiddeld twee jaar liep de verdeling van de kosten in de Wbft regelmatig achter bij de toezichtpraktijk. Met een andere opzet van de wet sluiten de toezichtpraktijk en wettelijke kostenverdeling beter op elkaar aan. Nu een wetswijziging nodig is vanwege de aanpassing van de procentuele kostenverdeling, wordt de gelegenheid aangegrepen om de vormgeving van de wet aan te passen. De uitgangspunten van de doorberekening blijven in de wet geregeld, maar de uitwerking van de heffingen wordt gedelegeerd naar lagere regelgeving.
De Wbft bevat naast de doorberekening van de kosten van DNB NV en de Stichting AFM regels over de begroting en verantwoording van die toezichthouders. Voor die onderdelen bevat deze wet alleen een wijziging over de maximale hoogte van de begroting van de toezichthouders en de verhouding tot het kostenkader.
In de opzet van de wet zijn de begroting- en verantwoordingcyclus en de uitgangspunten voor de doorberekening van de kosten van de toezichthouders op wetsniveau geregeld. De uitwerking van de vergoeding van deze kosten wordt bij lagere regelgeving vastgesteld. Bij die uitwerking wordt een onderscheid gemaakt tussen de vergoeding van de kosten voor eenmalige handelingen – welke relatief beperkt van omvang zijn – en de kosten van het doorlopend toezicht (en dat is het overgrote deel van de toezichtkosten).
Inwerkingtreding
Inwerkingtredingsbesluit van 23-11-2018, Stb. 2018, 458
Besluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019 (Stb. 2018, 409)
—De wet treedt, met uitzondering van artikel 21, in werking met ingang van 01-01-2019.
Kamerstukken
- TK 2017/18, 34 870, nr. 1
- TK 2017/18, 34 870, nr. 2
- TK 2017/18, 34 870, nr. 3
- TK 2017/18, 34 870, nr. 4
- TK 2017/18, 34 870, nr. 5
- TK 2017/18, 34 870, nr. 6
- TK 2017/18, 34 870, nr. 15
- EK 2017/18, 34 870, nr. A
- EK 2017/18, 34 870, nr. B
- EK 2017/18, 34 870, nr. C
- EK 2018/19, 34 870, nr. D
- EK 2018/19, 34 870, nr. E
- EK 2018/19, 34 870, nr. F