Rapport parlementaire enquêtecommissie ‘Ver van huis’ verschenen
'Het corporatiestelsel is ver van huis geraakt en moet fors op de schop'. Dit stelt de parlementaire enquêtecommissie in haar rapport 'Ver van huis'. Ernstige tekortkomingen in het sociale huurstelsel hebben incidenten in de corporatiesector, zoals bij Vestia, in de hand gewerkt. Te ambitieuze of kwaadwillende corporatiebestuurders kregen hierdoor jarenlang de ruimte om dingen te doen die ver af stonden van hun kerntaak: het sober en doelmatig huisvesten van mensen met een smalle beurs. Het stelsel moet volgens de commissie dan ook fors op de schop.
Maar er is ook lof voor de sector. Volgens de commissie staat ‘buiten kijf dat woningcorporaties in de afgelopen twintig jaar essentiële bijdragen hebben geleverd aan de sociale volkshuisvesting in Nederland. Zij hebben er mede aan bij gedragen dat van omvangrijke gettovorming en verpauperde woonwijken in Nederland nagenoeg geen sprake is’. Ook stelt de commissie vast ‘dat woningcorporaties in veel gevallen met grote inzet en bevlogenheid dagelijks hun maatschappelijke opdracht uitvoeren. Daarvoor heeft de commissie waardering, zeker nu de afgelopen jaren het beeld van de corporatiesector steeds negatiever is geworden’.
De parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties heeft onderzoek gedaan naar de opzet en het functioneren van het stelsel van woningcorporaties. De enquête is ingesteld naar aanleiding van de financiële problemen bij Vestia, die voorafgegaan waren door meerdere incidenten bij andere woningcorporaties.Het onderzoek van de enquêtecommissie beslaat een periode van circa 20 jaar, met als beginpunt de verdere verzelfstandiging van de woningcorporaties begin jaren '90. Het doel van het onderzoek was om tot een beoordeling te komen van het stelsel om zo bij te dragen aan ontwikkeling van toekomstig beleid.
De enquêtecommissie heeft na de installatie op 16 april 2013 een literatuurstudie gedaan en werkbezoeken afgelegd. Ook heeft zij een groot aantal getuigen en deskundigen onder ede gehoord: corporatiedirecteuren, leidinggevenden uit de corporatiesector, commissarissen, toezichthouders, ambtenaren en politici, zowel uit de Tweede Kamer als het kabinet.
Toch is die beeldvorming begrijpelijk. ‘In de praktijk van de casus blijkt dat de directeur-bestuurder vaak een te machtige positie inneemt binnen de corporatie en dat de raad van commissarissen niet in staat is om als een volwaardige tegenkracht te functioneren tegen een dominante, ambitieuze bestuurder. Daarbij blijken corporaties dankzij hun bezit makkelijk en goedkoop geld te kunnen lenen of in geval van problemen vrij gemakkelijk woningen te kunnen verkopen om verliezen op te vangen of te verdoezelen.’
De achttien aanbevelingen van de commissie:
- Cultuuromslag bewerkstelligen gericht op integriteit en gedrag
- Geen commerciële nevenactiviteiten meer en beperken investeringen in leefbaarheid en grond
- Begrenzen werkgebied, grote landelijke corporaties defuseren
- Begrenzen schaalgrootte woningcorporaties
- Centrale kaders, lokaal bindende afspraken
- Bindende afspraken met gemeenten
- Versterken positie huurders
- Een Woonautoriteit (omgevormd CFV) houdt onafhankelijk en geïntegreerd extern toezicht en kan sanctioneren
- Beter en sterker intern toezicht (geschiktheidstoets, maximale zittingstermijn)
- Evenwichtiger corporatiebestuur (woonautoriteit fiatteert bestuurder, maximale zittingstermijn)
- Sterkere taak accountants
- Vergroten controleerbaarheid en transparantie
- Corporaties moeten failliet kunnen en geldverstrekkers krijgen eigen risico
- Banken krijgen zorgplicht, grotere rol institutionele beleggers, beperken macht sectorbanken
- Herinrichten borging: vereenvoudigen, minister beslist over saneren
- WSW als hoeder van de borg onder toezicht van minister
- Fraude en zelfverrijking hard aanpakken
- Experimenteren met alternatieven voor woningcorporaties (andere sturing en zeggenschap)
De Tweede Kamer behandelt het eindrapport van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties in de week van 8 tot 11 december 2014 samen met de novelle voor de Herziening van de Woningwet.
Bron: www.tweedekamer.nl