Raad voor de rechtspraak: digitaal procederen in handelsvorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging niet landelijk invoeren
Geschreven door: Redactie op
De Raad voor de rechtspraak wil digitaal procederen in handelsvorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging niet landelijk invoeren en zal de minister niet vragen het daartoe benodigde koninklijk besluit voor te bereiden. Deze manier van procederen is vorig jaar als pilot gestart bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, maar daar wordt geen uitbreiding aan gegeven. Ook het systeem waarmee digitaal wordt geprocedeerd in het bestuursrecht wordt niet verder ontwikkeld. De Raad heeft minister Dekker verder ingelicht over de nieuwe besluitvormingsstructuur voor de digitalisering (de zogeheten IV-governance). De minister had in april om concrete stappen op dat gebied gevraagd.
Geen landelijke invoering
De Raad vindt het niet verantwoord digitaal procederen in handelsvorderingszaken met verplichte procesvertegenwoordiging landelijk in te voeren. Dat zou namelijk betekenen dat er veel tijd, energie en geld moet worden gestoken in de invoering van programmatuur waarvan de kwaliteit omstreden is, en die ver afstaat van de te ontwikkelen nieuwe oplossing voor de digitale toegankelijkheid van de rechtspraak. De Raad heeft dit besluit genomen op basis van onder meer de ervaringen die zijn opgedaan bij de rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland, gesprekken met ketenpartners en adviezen over de technische implicaties van landelijke invoering.
Platform
Afweging
Consequenties
Nieuwe besluitvormingsstructuur
De minister liet in april weten het onverantwoord te vinden om door te gaan met de digitalisering zolang er geen duidelijkheid was over de vraag of alle neuzen binnen de Rechtspraak met betrekking tot digitalisering dezelfde kant op staan, de juiste bestuurders, managers en IT-specialisten op de juiste plaats zitten en of de aansturing van de digitaliseringsprogramma helder genoeg is. De Raad en de gerechtsbesturen hebben daar de afgelopen tijd afspraken over gemaakt en de minister daarover geïnformeerd. De Raad gaat deze nieuwe structuur nu implementeren en verwacht dat in het najaar besluitvorming kan plaatsvinden over de bijgestelde doelen van de digitalisering, de manier waarop die moeten worden bereikt en de kosten die daarmee gemoeid zijn.