Het Europees Parlement heeft op 24 november jl. zijn steun uitgesproken voor een Richtlijn die groepen consumenten in staat stelt hun krachten te bundelen en collectieve vorderingen in te stellen in de EU.
Met de Richtlijn betreffende representatieve vorderingen ter bescherming van de collectieve belangen van consumenten en tot intrekking van Richtlijn 2009/22/EG (2018/0089/COD) wordt een geharmoniseerd model voor representatieve vorderingen ingevoerd in alle lidstaten. Dit model zorgt ervoor dat consumenten goed worden beschermd tegen massaschade en voorziet tegelijk in passende waarborgen tegen misbruik van procesrecht. Elke lidstaat moet ten minste één doeltreffend procedureel mechanisme instellen dat de bevoegde instanties (bijv. consumentenorganisaties of overheidsinstanties) in staat stelt een zaak voor de rechtbank te brengen met het oog op een gerechtelijk bevel (tot staking of verbod) of verhaal (schadeloosstelling).
Europees model voor groepsvorderingen
Om grensoverschrijdende vorderingen voor de rechtbank te kunnen brengen, moeten de bevoegde entiteiten voldoen aan dezelfde criteria in de hele EU. Ze moeten een zekere stabiliteit hebben, hun openbare activiteit kunnen aantonen en kunnen bewijzen dat ze een non-profitorganisatie zijn. Voor binnenlandse vorderingen moeten de instanties aan de in de nationale wetgeving vastgelegde criteria voldoen.
De Richtlijn bevat ook een waarborg tegen onrechtmatige rechtszaken door het beginsel dat de verliezer betaalt. Dit betekent dat de in het ongelijk gestelde partij de procedurekosten moet betalen van de in het gelijkgestelde partij. Verder moeten de bevoegde instanties procedures vaststellen om belangenconflicten en externe beïnvloeding te voorkomen, met name wanneer die door een derde partij worden gefinancierd.
Collectieve vorderingen tegen bedrijven worden mogelijk als zij, beweerdelijk, EU-wetgeving hebben geschonden, bijvoorbeeld op het gebied van gegevensbescherming, reizen en toerisme, financiële diensten, energie en telecommunicatie.
De Richtlijn is ook van toepassing op inbreuken op het consumentenrecht die al zijn beëindigd voordat de representatieve vordering werd ingesteld of afgesloten. Dit om toekomstige problemen met deze praktijken te voorkomen.