Door een modernisering van het kiesstelsel wil het kabinet ervoor zorgen dat meer Nederlanders zich gehoord en vertegenwoordigd voelen in de politiek. Ook wil het kabinet meer jongeren bij de politiek betrekken door het opzetten van een jongerenparlement. Daarnaast komt er een Wet op de Politieke Partijen (WPP). Deze voorstellen zijn onderdeel van een pakket maatregelen dat minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 26 juni presenteerde.

Net als de staatscommissie parlementair stelsel ziet het kabinet de noodzaak om het parlementaire stelsel toekomstbestendig te maken. Zo wil het kabinet een betere vertegenwoordiging van alle Nederlanders en zal al deze kabinetsperiode de parlementaire democratie worden versterkt.

Lage drempels, hoge dijken

Het kabinetsstandpunt is een reactie op het in december gepresenteerde rapport ‘Lage drempels, hoge dijken’ van de staatscommissie parlementair stelsel onder leiding van Johan Remkes. Die concludeerde dat niet alle burgers in Nederland zich voldoende gehoord en vertegenwoordigd voelen in het huidige parlementaire stelsel. De staatscommissie maakt zich ook zorgen over de kwetsbaarheid van onze democratische rechtsstaat. In het rapport staan voorstellen om het huidige parlementaire stelsel te vernieuwen. Het kabinet neemt een deel van de adviezen over. Over een aantal aanbevelingen volgt later dit jaar nog een standpunt van het kabinet.

Nieuw kiesstelsel

Het kabinet kiest ervoor om het kiesstelsel te vernieuwen. Met als doel dat het parlementaire stelsel een betere vertegenwoordiging van heel Nederland is. Bij het stemmen kan de kiezer straks een stem uitbrengen op de partij, en zo een stem uitbrengen op de hele kandidatenlijst, of op één kandidaat van die partij. In dit kiesstelsel heeft de stem op een individuele kandidaat van een partij meer gewicht. De kans is daarmee groter dat een kandidaat die zich regionaal, op een bepaald onderwerp of voor een bepaalde doelgroep profileert, gekozen zal worden. In de verdere uitwerking kijkt het kabinet naar mogelijkheden om de regionale factor in het kiesstelsel nog verder te vergroten.

Eerste Kamer

Om de rol van de Eerste Kamer in de democratische rechtsstaat te ondersteunen komt het kabinet met twee voorstellen. De eerste betreft de herzieningsprocedure van de Grondwet. Door een gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer, wordt de tweede lezing straks in één vergadering afgehandeld.

Het kabinet gaat nog een stap verder dan de aanbevelingen van de staatscommissie door terug te keren naar de wijze van de verkiezing van de Eerste Kamer van voor de grondwetsherziening van 1983. De leden van de Eerste Kamer worden dan voor zes jaar verkozen, waarbij om de drie jaar de helft van de leden aftreedt. Met deze wijziging wil het kabinet meer recht doen aan de rol van de Eerste Kamer in ons parlementaire stelsel.

Wet op de Politieke Partijen

De Wet financiering politieke partijen (Wfpp) wordt uitgebouwd tot een Wet op de politieke partijen. Dit geschiedt in twee fases. In de eerste fase wordt de Wfpp aangepast. Het betreft hier met name de uitvoering van een groot deel van de aanbevelingen van de Evaluatie- en Adviescommissie Wet financiering politieke partijen (de commissie-Veling). Gelijktijdig wordt gewerkt aan de WPP. De gewijzigde Wfpp gaat op in de WPP. Het voorstel voor de WPP zal in het voorjaar van 2020 in procedure worden gebracht. Inwerkingtreding is voorzien op 1 januari 2022. Het doel van de WPP is om een samenhangende regeling te bieden voor politieke partijen met daarin ook de regels waaraan (aspirant-)politieke partijen dienen te voldoen om deel te nemen aan de politieke besluitvorming. Onder andere zullen nieuwe regels worden opgenomen voor digitale campagnevoering en microtargeting en meer transparantie over financiering van politieke partijen.

Ook wordt de al bestaande mogelijkheid voor het verbieden en ontbinden van politieke partijen onder de algemene (privaatrechtelijke) regeling voor het verbieden van rechtspersonen in het algemeen (art. 2:20 BW) afzonderlijk geregeld in de vorm van een op politieke partijen toegesneden verbodsgrond in de WPP. Hierbij moet rekening gehouden worden met het al lopende wetsvoorstel tot aanpassing van art. 2:20 BW.

Jongerenparlement

Op initiatief van de minister van BZK is een grote groep jongeren met elkaar in debat gegaan over hoe het jongerenparlement het beste kan werken en zoveel mogelijk jongeren met uiteenlopende achtergronden kan bereiken. Het ministerie wil via het jongerenparlement de stem van jongeren meer in de politiek laten doorklinken. Ook bekijkt het kabinet of de kiesgerechtigde leeftijd kan worden verlaagd van 18 naar 16 jaar.

Nadere standpunten

Het kabinet zal vormen van directe democratie, zoals het correctief bindend referendum, nader verkennen. De invoering van een terugzendrecht voor de Eerste Kamer en de constitutionele toetsing vragen ook om een verdere afweging. Het voorstel voor een gekozen formateur neemt het kabinet niet over.

 

 

Laatste nieuws