De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd i.o. heeft mede namens de Inspectie Justitie en Veiligheid een Signalement opgesteld over knelpunten in de Jeugdwet. De inspecties dringen erop aan om een vergewisplicht en een meldplicht bij disfunctioneren van een jeugdhulpverlener op te nemen in de Jeugdwet.

De Jeugdwet bevat geen bepaling die erin voorziet dat jeugdhulpaanbieders een ontslag wegens ernstig tekortschieten in het functioneren verplicht dienen te melden bij de inspecties. Evenmin bevat de Jeugdwet een bepaling die erin voorziet dat een jeugdhulpaanbieder zich bij de inspecties ervan dient te vergewissen dat er geen belemmeringen in het verleden bekend zijn van de jeugdhulpverlener die voor hem zal gaan werken (de vergewisplicht). Door het ontbreken van de meldplicht worden de inspecties niet verplicht geïnformeerd over een ontslag zodat niet direct kan worden nagegaan of maatregelen getroffen moeten worden ten aanzien van de betreffende zorgverlener. De betreffende jeugdhulpverlener komt nu alleen in het vizier als deze betrokken is bij een calamiteit en/of geweldsincident. Er kan echter ook sprake zijn van ernstig tekortschieten, zonder dat zich calamiteiten hebben voorgedaan. Bijvoorbeeld door verslaving of langdurig slecht functioneren met een schadelijk effect op de jeugdigen.

Het ontbreken van de vergewisplicht betekent dat jeugdhulpaanbieders nu afhankelijk zijn van de bereidheid van de voorgaande jeugdhulpaanbieder om referenties te verstrekken. De praktijk wijst uit dat als sprake is geweest van ernstig disfunctioneren, deze informatie dikwijls niet altijd boven tafel komt. Zo kan het dat ernstig disfunctionerende jeugdhulpverleners elders binnen de jeugdhulp weer aan de slag kunnen, zonder openheid over het verleden. De jeugdhulpaanbieders hebben niet de mogelijkheid om bij de inspecties te informeren over de vraag of door de inspecties is vastgesteld dat sprake is van een ernstige bedreiging voor veilige jeugdhulp. In de gevallen waarin sprake is geweest van (vermoedens van) seksueel misbruik en/of geweld tegen jeugdigen en strafrechtelijke veroordeling uitblijft, kan dit een groot risico opleveren voor de veiligheid van jeugdigen. De inspecties dringen daarom aan op het opnemen van een vergewisplicht en een meldplicht disfunctioneren in de Jeugdwet, naar analogie van de bepalingen in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Meldplicht nieuwe toetreders Jeugdwet

Sinds de invoering van de Jeugdwet wordt jeugdhulp niet meer zoals voorheen onder de Wet op de jeugdzorg ingekocht door de provincies, maar door gemeenten. Bij de inkoop door de provincies was meestal sprake van bestendige jeugdzorgaanbieders, met zo nu en dan een paar nieuwe toetreders. Vanaf 1 januari 2015 is dat anders. Er is sprake van een veel omvangrijker en dynamischer veld, met meer wisselende spelers. Een belangrijke toename van nieuwe jeugdhulpaanbieders wordt gevormd door de gezinshuizen en zorgboerderijen. Omdat het hier veelal gaat om jeugdhulp met verblijf voor kwetsbare kinderen, is het extra belangrijk dat er zicht is op deze nieuwe aanbieders. Doordat een meldplicht ontbreekt, zijn nieuwe jeugdhulpaanbieders nu lang niet altijd vanaf de start in beeld. Dit betekent dat toezicht op de kwaliteit van de geleverde jeugdhulp niet van meetaf aan kan worden gerealiseerd. Om deze reden dringen de inspecties aan op een meldplicht, die er toe leidt dat jeugdhulpaanbieders zich voor aanvang van hun werkzaamheden moeten melden (bij een nog nader aan te wijzen instantie).

Verduidelijking definitie jeugdhulpaanbieder

De huidige definitie van jeugdhulpaanbieder is onvoldoende toereikend. Met name als het gaat om de wijze waarop een gemeente invulling geeft aan haar taken zoals geformuleerd in de Jeugdwet. De taak van de gemeente is om zorg te dragen voor een goede toeleiding naar de juiste jeugdhulp. In de praktijk zien de inspecties mengvormen van toeleiding en het daadwerkelijk uitvoeren van jeugdhulp, bijvoorbeeld: wijkteams of sociale teams vervullen in veel gemeenten een centrale rol, soms in dienst bij de gemeente, soms op afstand in een stichting. Deze teams zien zichzelf niet altijd als jeugdhulpaanbieder. Ook is niet duidelijk of en in welke vorm deze teams maatschappelijke verantwoording dienen af te leggen en of en op welke wijze het klachtrecht dient te zijn geregeld. De Inspecties verzoeken de verantwoordelijke minister hierin meer helderheid te verschaffen, bijvoorbeeld door middel van het opstellen van beleidsregels.

Jeugdwet en kleine jeugdhulpaanbieders

De kwaliteit van kleinschalige voorzieningen moet net zo goed geborgd zijn als bij grootschalige voorzieningen, maar dan moeten de regels en eisen zodanig worden bijgesteld dat deze passen bij die kleinschaligheid. Voor kleinschalige voorzieningen dient een ander (wettelijk) pakket aan kwaliteits-eisen te komen, dat recht doet aan het type hulp dat deze kleine aanbieders bieden. De Minister van VWS laat weten dat hij waar mogelijk de gesignaleerde knelpunten zal meenemen in de voorstellen voor aanpassing van de Jeugdwet.

Kamerstukken II 2017/18, 34 880, nr. 4 (+ bijlage: het Signalement)

Laatste nieuws