De Nationale ombudsman, Kinderombudsman en Veteranenombudsman hebben hun jaarverslag 2020 aan de nieuw gekozen Tweede Kamer aangeboden. Zij constateren dat het nog steeds te vaak misgaat tussen burger en overheid. Dat moet echt anders nu. Burgers verdienen beter, zeker burgers die zonder hulp moeite hebben om mee te kunnen doen of zelfs aan de kant komen te staan. Daarom is dit jaarverslag tegelijkertijd een oproep aan de Tweede Kamer: maak wetgeving die simpel en begrijpelijk is.

De coronacrisis had in 2020 een enorme impact op het persoonlijke leven van burgers, op de economie en op de relatie tussen burger en overheid – en heeft dat nog steeds. Op enig moment zal het crisismanagement van de overheid in deze periode tegen het licht worden gehouden. De Nationale ombudsman stelt vast dat de overheid heel snel steunmaatregelen in het leven heeft geroepen en zo grote delen van de samenleving heeft geholpen. De overheid heeft daarmee bewezen dat het snel en eenvoudig kan als dat moet. Met het aanhouden van de coronacrisis kan ook geconstateerd worden dat wat simpel en doeltreffend begon, voor burgers, toch vaak weer ingewikkeld en complex werd. Waarbij burgers die zichzelf eerder nooit afhankelijk van de overheid voelden, plotseling of geleidelijk, steeds kwetsbaarder en meer afhankelijk werden van overheidssteun en last hadden van de beperkende maatregelen. Zoals zelfstandig ondernemers die niet meer mochten of veel minder konden werken, maar die niet of slechts met veel moeite onder de steunregelingen vielen.

Kwetsbare groepen worden hard getroffen, zoals kinderen en studenten die onderwijsachterstanden oplopen en maatschappelijke ontwikkelingskansen missen. Of de ruim 40.000 dak- en thuislozen die eerst voortvarend werden opgevangen, maar vervolgens weer aan hun lot werden overgelaten. De Ombudsman heeft voor dit alles nadrukkelijk aandacht gevraagd.

Vertrouwen in de overheid

De relatie tussen burger en overheid stond afgelopen jaar onder druk. Niet alleen door de coronacrisis. De affaire rond de kinderopvangtoeslagen heeft laten zien wat er gebeurt als de overheid burgers niet vertrouwt. En hoe schadelijk dit is voor het vertrouwen van burgers in de overheid. Het herstellen van het vertrouwen begint ermee dat de overheid haar werk goed doet. In het jaarverslag wordt nadrukkelijk ook gekeken naar de eigen rol van de ombudsmannen en naar het effect van hun werk. Zij zijn voornemens scherper aan de wind te gaan varen in hun adviezen en eerder en vaker met de Kamer van gedachten wisselen over hun aanbevelingen. In de regel zien ze dat hun adviezen worden opgevolgd, maar soms duurt dat erg lang en moeten er herhaaldelijk of publiekelijk worden gerappelleerd. De effectiviteit van de rapporten of adviezen neemt toe als zij dichter op een onderwerp zitten en dit ook zichtbaar blijven volgen. Dat gaan zij in de toekomst dus nog intensiever doen.

Toeslagen

Al in 2017 publiceerde de Nationale ombudsman het rapport ‘Geen powerplay maar fair play’ waarin hij het probleem met het stopzetten van de kinderopvangtoeslag als eerste breed onder de aandacht bracht. De ombudsman concludeerde toen al dat de Belastingdienst/Toeslagen de, toen nog, 232 gezinnen in 2014 onevenredig hard had aangepakt en de lopende kinderopvangtoeslag bij hen onrechtmatig had stopgezet. Door het werk van de commissie-Donner, journalisten en Tweede Kamerleden werd het uiteindelijk duidelijk dat de groep getroffen ouders veel groter is.

De Nationale ombudsman heeft in 2020 nog enkele knelpunten in de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget aan de orde gesteld bij de staatssecretaris van SZW. Daarbij gaat het om het partnerbegrip in de wet Awir dat ervoor zorgde dat de inkomensafhankelijke regelingen voor sommige groepen burgers onredelijk uitpakten. Een deel van de gesignaleerde knelpunten is opgelost maar een deel blijft helaas bestaan.

Een andere toeslag waar de ombudsman in 2020 aandacht aan besteedde, is de huurtoeslag. Ook daar werden knelpunten gesignaleerd die op (meermaals sinds 2016) aandringen van de Ombudsman afgelopen jaar zijn verholpen.

Toegang tot voorzieningen

De toegang tot voorzieningen is vaak nog complex, te bureaucratisch en niet iedereen wordt gehoord of gezien. Ook worden mensen uitgesloten van voorzieningen door (onbedoelde) drempels. Dit gebeurde in 2020 onder meer als gevolg van de coronacrisis. Burgers kregen daardoor niet altijd de zorg en ondersteuning die ze nodig hadden. De Ombudsman moest interveniëren op het gebied van Wmo-hulpmiddelen, toegang tot langdurige (ggz-)zorg, inzake maatwerk door het CAK, de inning van eigen bijdragen in coronatijd en ten behoeve van adreslozen.

Toegang tot recht

De Nationale ombudsman ziet dat de toegang van de burger tot recht onder druk staat. Voor burgers wordt het steeds moeilijker om hun zaak aan een rechter voor te leggen. Dit komt door de verhoging van griffierechten, oplopende wachttijden en buitengerechtelijke procedures. Een belangrijke voorwaarde voor toegang tot recht is dat de overheid burgers over hun rechten informeert. In 2020 heeft de ombudsman onderzoek gedaan naar de informatieverstrekking aan burgers die verdacht worden van een strafbaar feit, in het bijzonder rondom strafbeschikkingen of sepotbeslissingen. Uit klachten en signalen die de ombudsman ontving blijkt dat het voor burgers vaak onduidelijk is wat een strafbeschikking of sepotbeslissing inhoudt. Dit komt meestal door juridisch en ambtelijk taalgebruik. Ook weten burgers vaak niet wat de gevolgen zijn van een strafbeschikking of sepotbeslissing of wat ze ertegen kunnen doen. Terwijl deze beslissingen grote gevolgen kunnen hebben, burgers kunnen een strafblad krijgen, waardoor ze mogelijk geen VOG meer kunnen krijgen. De informatieverstrekking rondom strafbeschikkingen en sepotbeslissingen zou in ieder geval aan drie voorwaarden moeten voldoen:
1. Informatie moet begrijpelijk en toegankelijk zijn;
2. Er moet actief op de gevolgen en procedurele mogelijkheden worden gewezen;
3. Treed op als één overheid.
De ombudsman heeft ook een publieksflyer ontwikkeld waarin staat hoe burgers zich het beste kunnen laten informeren na ontvangst van een strafbeschikking of sepotbeslissing. Hij zal ook in 2021 aandacht houden voor het toegang tot recht.

Stroomstootwapens

Kort na elkaar ontving de Nationale ombudsman twee klachten over de inzet van het stroomstootwapen, door agenten van de politie-eenheid Rotterdam. Beide gingen over de inzet daarvan binnen een instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Een jongeman in een psychose en een demente man van 73 jaar werden door middel van het herhaaldelijke gebruik van het stroomstootwapen door de politie onder controle gebracht. Het ging om burgers die zich niet schuldig hadden gemaakt aan een strafbaar feit. Uit het onderzoek is gebleken dat de politie bij de toepassing van het stroomstootwapen de proportionaliteit uit het oog is verloren door meerdere keren te taseren en zich ook niet voldoende gerealiseerd heeft wat de impact van het wapen was op kwetsbare personen. Verder viel op dat de politie de familie of de contactpersoon van de getaserde personen niet heeft geïnformeerd over de toepassing van het stroomstootwapen.

Omgevingswet

De Omgevingswet treedt naar verwachting op 1 januari 2022 in werking. Deze wet moet het omgevingsrecht voor burgers toegankelijker en eenvoudiger maken. Mooie uitgangspunten, die tegelijkertijd veel van burgers vragen: omgaan met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) bijvoorbeeld, zelf een participatietraject organiseren of daaraan deelnemen. De Nationale ombudsman ziet dat de burger meer verantwoordelijkheid krijgt terwijl lang niet alle burgers kunnen meekomen. Daarom roept de ombudsman al sinds 2019 de overheid op om door de bril van de burger naar de Omgevingswet te kijken. De Nationale ombudsman zal ook in 2021 in gesprek met de overheid blijven zodat het burgerperspectief niet uit het oog wordt verloren.

Kinderombudsman

De coronacrisis brengt de kloof in levensgeluk tussen Nederlandse kinderen scherp in beeld. Kwetsbare kinderen worden in het algemeen harder getroffen dan kinderen die zonder problemen opgroeien. In Nederland wordt ongeveer 5 tot 10% van de kinderen in meer of mindere mate in hun ontwikkeling bedreigd. De meest kwetsbare kinderen lopen het grootste risico dat hun (kinder)rechten onder druk komen te staan. Daarom richt de Kinderombudsman zich bij uitstek op hen.

Naast onderzoek naar individuele klachten, kan de Kinderombudsman ook een onderzoek of project starten met betrekking tot een structureel thema rond kinderrechten. Dit jaar zijn daar de volgende publicaties uit voortgekomen.

Contact tussen ouders en kinderen tijdens corona

In april 2020 ontwikkelde de Kinderombudsman de brochure ‘Stappenplan afweging contact tussen ouders en kinderen tijdens corona’. Hierin komen verschillende vragen aan de orde zoals: mogen kinderen of jongeren die niet thuis wonen, maar in een instelling hun ouders nog op bezoek krijgen of op verlof gaan? En welke keuze maak je als ouders met een omgangsregeling, bijvoorbeeld wanneer iemand ziek is geweest?

Corona Quickscan

Elke twee jaar zet de Kinderombudsman een vragenlijst uit onder kinderen. Op basis van de dit jaar verzamelde informatie formuleerde de Kinderombudsman een aantal aanbevelingen voor bestuurders, beleids-makers en professionals. De Kinderombudsman vroeg hen om het coronabeleid zoveel mogelijk af te stemmen op de kinderen in kwetsbare situaties, bijvoorbeeld door ze de mogelijkheid te bieden naar school te gaan. Een andere aanbeveling betrof het zorgen voor continuïteit van contact met ouders bij uithuisplaatsingen en complexe scheidingen. Ook adviseerde de Kinderombudsman om kinderen te betrekken bij nieuw coronabeleid.

Overige publicaties

De Kinderombudsman deed verder onderzoek naar het besluit om de jeugdzorginstelling De Hoenderloo Groep te sluiten en concludeerde dat de belangen van de kinderen niet goed zijn meegewogen.

Beide ombudsmannen deden onderzoek naar de armoede onder jongeren in Caribisch Nederland wat resulteerde in het rapport ‘Het maakt uit waar je wieg heeft gestaan’.

De Kinderombudsman deed ook onderzoek naar de ervaringen van kinderen met complexe ondersteuningsbehoeften met passend onderwijs.

Ook deed zij onderzoek naar kinderen met huisvestingsproblemen.

De Kinderombudsman verzocht verder in 2020 de Minister van J&V om een regeling te treffen waarin het bezoekrecht voor ouders van buiten de EU wordt vastgesteld, zonder resultaat, en om gestrande kinderen en hun naasten in Griekse vluchtelingenkampen te evacueren en een deel van hen in Nederland op te vangen, vooralsnog ook zonder veel resu

Laatste nieuws