Hoge Raad: Waardedaling woning kan ook zonder zichtbare bevingsschade
Geschreven door: Redactie op
De Hoge Raad wees op 30 maart jl. arrest in een zaak die De Haan Advocaten & Notarissen namens een woningbezitter tegen de gemeente Eemsmond aanspande. Deze uitspraak kan van grote waarde zijn voor een grote groep woningbezitters die bij de NAM compensatie eisen voor de waardedaling van hun woning door de aardbevingen. De Hoge Raad bepaalde dat voor waardedaling door een aardbeving geen sprake hoeft te zijn van zichtbare schade.
De door advocaten van De Haan bijgestane woningeigenaar stelde dat de staat van zijn woning gewijzigd is door de aardbeving in Huizinge op 16 augustus 2012 en dat de gemeente Eemsmond bij de bepaling van de WOZ-waarde rekening moet houden met waardedrukkende factoren die aan de aardbevingen verbonden zijn.
Zowel de Rechtbank Noord-Nederland als het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelden in respectievelijk eerste aanleg en in hoger beroep dat geen sprake kon zijn van waardededaling door de aardbeving, omdat de betreffende woning geen zichtbare bevingsschade heeft opgelopen.
De Hoge Raad vernietigde in cassatie het arrest van het Gerechtshof en bepaalde dat dit een verkeerde interpretatie is van de wet WOZ, artikel 18, lid 3, aanhef en letter c. Een woning hoeft ten gevolge van ‘een bijzondere externe omstandigheid’ geen zichtbare schade te hebben om een beroep te kunnen doen op waardevermindering en dus een lagere WOZ-waarde.
Nu moet worden vastgesteld of en zo ja hoeveel de waarde van de woning ten gevolge van de aardbeving is verminderd ten opzichte van de waarde op de waardepeildatum.
Bron: persbericht De Haan Advocaten & Notarissen